b. Het Centrale operatieplan voor den aanval
op W a 1 a c h ij e.
Nadat op de bovengeschetste wijze de poging, in eersten aan
loop over het grensgebergte in Walachije te dringen, was vast-
geloopen, diende een nieuw operatieplan te worden vastgesteld.
Een blik op de kaart doet zien, dat hier theoretisch een schit
terende gelegenheid was, de Roemeensche strijdkrachten in Wa
lachije in den tang te nemen. Door over den Ojtoz pas uit Zeven
burgen te breken en met het leger van Mackensen bij Galatz
den Donau te overschrijden, ware een ideale oplossing
verkregen, waarbij Walachije, met al wat zich daarin bevond,
als een zak zou zijn toegesnoerd. De lijn Trotus-Sereth kon
daarbij als rugdekking tegen Rusland dienen.
Aan beide zijden was deze operatie evenwel onuitvoerbaar.
De voorafgaande gevechten hadden doen zien hoe een poging den
Ojtoz pas te forceeren op niets was uitgeloopen. Voor een over
schrijding van den 1000 M. breeden Donau en de verzorging
der overgestoken troepen was een zware schipbrug noodig. Wel
is waar was het gelukt deze bij Sistowa gereed te leggen, doch
de Roemeensche oeverbatterijen maakten het onmogelijk den Do
nau nog verder af te zakken. Een dergelijke operatie aan te
bevelen, zooals o. a. in Ritter's „Kritik des Weltkrieges" ge
schiedt, getuigt o. i. dan ook van uiterst oppervlakkige wijze
van oordeelen.
Ook een operatie waarbij van beide kanten op
Boekarest werd aangerukt mocht nog gunstig genoemd
worden en zou inderdaad het gros der Roemeensche troepen in
de tang gekregen hebben. De kansen voor een doorbraak
poging bij Kronstadt waren thans evenwel nog minder gunstig
dan in de eerste periode. Ook de Roemenen toch moesten het
belang van de hier gelegen passen zien, terwijl het spoorwegnet
hen in staat stelde juist hier sterke krachten samen te trekken.
Dit gevoegd bij de terreinmoeilijkheden en de gebrekkige berg-
uitrusting der Duitsche troepen was dan ook oorzaak dat hier
niet op snelle resultaten gerekend mocht worden. Deze waren
evenwel dringend noodig, want reeds begon de winter in te
zetten, welke het bergland ontoegankelijk zou maken, terwijl de
algemeene strategische en politieke toestand der Centralen een
beëindiging van den Roemeenschen veldtocht gebiedend eischte.
De tactisch gunstigste voorwaarden achtte Fal-
kenhayn nog steeds bij den Szurduk pas aanwezig. Bovendien
mocht gehoopt worden, dat de Roemenen juist hier niet op een
hernieuwing van de reeds eenmaal mislukte poging zouden rekenen,
zoodat de factor „verrassing" zou mede werken. Tot deze
Zie Schets 9.
388