De ondercommandant verwerkt de gegevens van zijn batterij commandant, liefst in onderling overleg, waardoor de onder commandant tevens volledig op de hoogte kan komen van den taktischen toestand. Het legt hiervoor een staat van vaste gegevens aan; deze staat is in groote trekken een verzamelstaat van die der stukken en schept daardoor de gelegenheid om ten allen tijde de stukscom mandanten te kunnen controleeren. Voor wat vorm en inhoud betreft van dezen staat, wordt ver wezen naar de reeds in dit artikel genoemde reglementen. Moet nu het vuur worden geopend op een voorbereid punt of een doel in de nabijheid daarvan, dan begint de B. C. te com- mandeeren: „Staat van vaste gegevens, punt Op bovenstaand commando wordt de batterij zoo snel mogelijk gereed gemaakt op het gecommandeerde punt. Dit gereed maken zal onder bepaalde omstandigheden tijd kosten. Hierbij te denken aan staarten der vuurmonden, welke diep in den grond zaten, het eventueel verplaatsen der stukken, het verleggen der munitie enz. Intusschen wordt door den B. C. een aanvullende correctie gegeven, zooals „Batterij 15 meer, wijder 6, spreiden 3 schoten enz." en indien op een doel wordt geschoten in de nabijheid van het punt: „Batterij 75 meer (waarin verwerkt b. v. een zij- delingsche uitbreiding), terreinhoek 3 minder, afstand 125 m meer enz.." De B. C. meet daartoe met een dubbelen decimeter op het aantal mm rechts of links, voor of achter ten opzichte van het uitgangspunt en herleidt deze gegevens lot duizendsten en meters afstand. Bij eenige geoefendheid kunnen deze bewerkingen uit het hoofd geschieden. Het gebruik van een celluloidplaat en het opmeten van den totalen afstand is dus niet noodig. Niet alleen is deze laatste wijze van werken, in vergelijking met het bovenstaande, meer tijdroovend, maar tevens vermijdt men fouten, welke bij het gebruik van deze instrumenten veelvuldig voorkomen. Gedurende den tijd, dat de batterij bezig is zich voor te be reiden op puntworden deze aanvullende gegevens berekend door den B. C. en in logische volgorde doorgegeven. De ondercommandant verwerkt deze gegevens in den juisten vorm voor de batterij op de bekende wijze: „Batterij 75 meer, terreinhoek 13 (16-3), afstand 2875 (2750+125) enz." Dezeaan- vullende correctie's kunnen in een minimum van tijd worden gegeven, aangezien de groote correctie's voor het betreffende punt reeds zullen zijn aangebracht. De stukscommandanten behoeven dus deze aanvullende gege vens niet uit te rekenen, daarvoor is de ondercommandant de aangewezen en verantwoordelijke persoon. Zij zullen bij de door ons gedachte wijze van werken hier nimmer mede behoeven te 446

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 62