tegie afhankelijk te maken van de tactiek. Dit blijft steeds een noodmaatregel, welke in be ginsel onjuist i s". c. Het Roemeensche operatieplan voor de ver dedigingvan Walachije. Geschokt door de achtereenvolgende stooten der Centralen in de Dobroedsja en Zevenburgen, voelde Roemenië het gevaar naderen, tusschen de beide Centrale groepen, in de tang te wor den genomen. In dezen nood wendde het zich allereerst om hulp tot Rusland. De Russische legerleiding zag het Roemeensche front uiteraard slechts als een onderdeel van haar eigen front, hetgeen het strategisch inderdaad was en gaf als raad, den linker vleugel hiervan te verlengen over Dorna Watra-W. rand Czik gebergte-Kronstadt-Boekarest naar Constanza. Rusland zou als dan steunen door offensieven te ontketenen in N. Moldavië en de Dobroedsja. Afgezien van deze divergeerende offensieven, welke nimmer tot uitvoering kwamen en hier verder onbesproken zullen blijven, is het onloochenbaar, dat op deze wijze een aanmerkelijk korter en dus beter verdedigbaar front zou verkregen zijn. Indien Rus land niet in staat was de saillant van Klein-Walachije voor offen sieve handelingen te benutten, was een terugtocht op genoemde lijn o.i. de eenig juiste handelwijze. Hetzelfde kan nietgezegdworden van een voorstel der Engelsche legerleiding ondersteund door den Roemeenschen generaal Presan, om den W. vleugel van het Roemeensche front terug te buigen achter de Alt. Hoewel de Walachijnsche saillant zoodoende verkleind zou worden, bleef ook het overblijvende gedeelte in het N. en Z. be dreigd. De 5 vrijkomende divisies zouden bovendien geheel onvoldoende zijn om een rivierfront van meer den 800 K. M. te bezetten. Deze oplossing was dus een halfheid en reeds daarom te veroordeelen. 2) Voor Roemenië was evenwel nóch het een, noch het ander aanvaardbaar. Regeering en legerleiding konden er niet toe be sluiten Walachije, het rijkste gedeelte van het land, zonder slag of stoot prijs te geven. Ook een inmiddels aangekomen Fransche missie, onder generaal Bertholot, nam dit standpunt in. Men besloot de geheele landgrens te verdedigen en concentreerde daartoe het leger, zooals aangegeven op schets 8 en 9. Het zwaartepunt der verdediging werd hierbij in ieder opzicht op de passen tusschen Boekarest en Kronstadt gelegd, waar het II Leger van 8 divisies onder generaal Averescu werd opgesteld. Het Donaufront werd daarbij vrijwel geheel losgelaten, terwijl de 390 Zie Schets 9. 2) Zoowel het Russische als het Britsche voorstel zijn ontleend aan Kirke, t. a.p., „J.R. U.S.J." 1925, blz. 3.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 6