459 Toelichting: Het A. T. V. laat in de punten 38 (1), 40 (3), 88 (2) en 106 (1) voldoende vrijheid om den troep, wanneer tactische omstandigheden dit eischen, ter weerszijden van den weg te laten marcheeren. Ter vermindering der zichtbaarheid en kwetsbaarheid uit de lucht zal deze wijze van marcheeren overdag binnen het bereik der vijandelijke luchtstrijdkrachten dikwijls toepassing moeten vinden. Ook met het oog op het gevaar van pantserwagens is het voor- deelig den weg z.v. m. vrij te laten; de gevechtsgroep voor het stuk behoeft dit dus niet te hinderen bij zijn optreden daartegen, terwijl de gevechtsgroep tot taak heeft onmiddellijk de bestrijding van mogelijk mede doorgedrongen wielrijders of op auto's aangevoerde infanterie aan te vangen. Om verschillende redenen kwam het nuttig voor, de sectie, welke de ge vechtsgroep vóór het stuk levert, onmiddellijk daarachter te laten marcheeren de rechtstreeksche bescherming van het aan het hoofd marcheerende com- mando is hierdoor beter verzekerd, terwijl zonder de organieke bevelvoe ring te verstoren steeds een officier aanwezig is, om de leiding bij de bestrijding van pantserwagens op zich te nemen; bij de keuze van de sectie moet dan met deze laatste overweging rekening zijn gehouden Overigens hopen wij de bestrijding van pantserwagens later in haar geheel te bespreken. Eveneens als maatregel tegen het gevaar uit de lucht zijn de afstanden tus- schen de onderdeelen gelast. De vermeerdering der colonnelengte wordt eenigszins gecompenseerd door voertuigen tusschen de gelederen te laten marcheeren. De menschen moeten dan zoo ver mogelijk den kant van den weg houden, terwijl v. w. b. de voertuigen streng de hand moet worden ge houden aan A. T. V. 86 d. (eerste zin). Op smalle wegen kan deze marsch- wijze daarom niet toegepast worden, doch kunnen de voertuigen aan een zijde van den weg marcheeren, gedeeltelijk in de openingen tusschen de onderdeelen, waardoor de zichtbaarheid vermindert, echter de kwetsbaarheid Voor bestrijding van vliegtuigen zie o. m. A.T. V. 40 (1) (3) (4), 45 (5) en 54 (1)' zoolang wij niet over snel verplaatsbare mitrailleurs beschikken, zal de daar bedoelde bescherming alleen afdoende bij halten kunnen plaats heb ben of wel een dergelijke vervoerwijze zal moeten worden geïmproviseerd. Enkele wapens kunnen gevechtsklaar marcheeren, zullen echter achter raken, zoodra zij moeten optreden. Vgl. ook Studie I.K. V. No. 75, blz. 8 en 9. Tijdige waarschuwing tegen gevaar uit de lucht geschiedt door daartoe opgeleide „luchtverkenners" (A.T.V. 38 (2)); zij zullen ter waarneming van het luchtruim in den regel niet in de colonne kunnen marcheeren, dikwijls zelfs niet op den marschweg. Zij houden dan z.m. gezichtsverbinding met de betrokken Co.-groep, en waarschuwen tegen naderende vijandelijke vliegtuigen door afgesproken optische seinen of geluidseinen. T.a.v. de verdere indeeling van de voorhoede moge worden verwezen naar A.T.V. 45; (7) slaat natuurlijk niet op het geval, dat een enkel stuk ter^be strijding van pantserwagens is ingedeeld. De omstandigheden nopeni met tot het uitzenden van afdeelingen zijwaarts van den marschweg (A.T.V. 46 (1), 44). Ma.rsch.orde van het Voorhoedecommando. Voorhoede C. C. I 1 R. I., Majoor B. Ie échelon Co 1 1 R. I.Luit. adj. Stafhoornblazer C. Verbind, br. Co. groepordonnansen opt. seiners Cl/3 1 M. met een ordonnans Oudste Bat. arts, 1 ziekenverpleger met rijwiel. Aan het hoofd van de O. Tn.: 2e échelon Co I 1 R. I.: Telefonisten U-lap-personeel Schrijver.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 75