Teneinde bij de operatiën tegen Walachije ook den Zuidelijken arm van de tang te kunnen aanzetten, diende Mackensen de flankbedreiging, welke het Russisch-Roemeensche Dobroedsja leger (8 inf. Div., 1 cav. Div.) daarbij zou vormen, allereerst te verwijderen. Omstreeks half Oct. ontving Mackensen ter versterking 1 inf. Div. (217) en werd daarmede en met dë inmiddels ontvangen Turksche en Bulgaarsche krachten op 8 inf. Div. en UL cav Div. gebracht. 19 Oct. begon de aanval, waarbij Zaionschkofsky juist tijdens een hergroepeering zijner tioepen verrast werd. Het doorbroken Rus sisch-Roemeensche leger vloeide met zware verliezen terug en kwam eerst 29 Oct. in de lijn Ostrow-Babodag tot staan. Het was voor de Centrale „O L.L." thans verleidelijk de bewe ging van Mackensen door te doen zetten en diens leger daarna bij Braila over den Donau te werpen. Afgescheiden van het pontonvraagstuk zou, nu voor het Zevenburgsche leger het zwaar tepunt op den Szurduk pas gelegd was, op deze wijze geen samenwerking tusschen beide legers zijn verkregen. Terecht bleef de „O.L.L.dan ook vasthouden aan het plan om Mackensen Z. van Boekarest over den Donau te doen gaan. Laatstgenoemde koos hiertoe Sistowa en trok tegenover dit punt het Donauleger, sterk 4 inf. Div. en 2 cav. Div. samen, terwijl 4 inf. Div. tegen over het, thans onder generaal Sakharof gestelde, dubbel zoo sterke Russisch-Roemeensche Dobroedsja leger bleven. Inmiddels was de gereedstelling van het 9 Leger voltooid, op de wijze door ons op blz. 389 aangegeven. Bovendien werd achter de Groep Kühne nog de 115 I. D. ontladen, bestemd om als legerreserve te volgen. Gedurende 14 dagen werd bij deze groep, onder inspanning van alle krachten gewerkt aan het moeilijke technische probleem om een „stormram" van 60.000 menschen en 30.000. paarden snel door een 40 K.M. langen en zeer smallen pas te stuwen. Hier dringt zich de gedachte op, of een dergelijke, schier Napoleontische, stoottactiek mogelijk geweest zou zijn, indien de Roemenen op moderne wijze van mitrailleurs waren voorzien en vooral indien zij over bombardeervliegtuigen beschikt hadden. 10 Nov. was deze voorbereidende arbeid en daarmee de ge- heele gereedstelling voltooid. e. De manoeuvre over Caracal, 2) 11 Nov. begon over het geheele Zevenburgsche front de aanval en 15 Nov. stond de Groep Kühne in het heuvelterrein bij Targu Jiu gereed om het vlakke terrein van Walachije te betreden. 392 Zie schets 9. 2) Zie schetsen 9 en 10.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 8