ivoord over het plan van het Legercdo. 8, om binnen zijn bevels-
gebied troepen van het I. L. K. uit te laden. Het is toch niet aan
te nemen, dat den Gouverneur daarvan geen mededeeling zou
zijn gedaan, daar hij toch minstens de legering moest voorbereiden!
Daarentegen heb ik een gewichtige mededeeling ontvangen
van den toenmaligen Oost. Hong. verbindingsofficier bij het
Legercdo. 8, den kapitein van den K. u K. Gen. Staf V o n
Fleischmann Theiszruck, thans Wirkl. Geh. Rat en
Kolonel b. D. te Boeda Pest„Op den 21 Aug. te 1 v m. liet Generaal
Graaf Von Waldersee (die toenmaals scheen te lijden onder
een bepaalde neerslachtigheid ten gevolge van een minder goede
gezondheid) mij roepen om mij het besluit tot den terug
tocht mede te deelen. De bevelen voor den afvoer per spoor van
het I L. K uit het gebied rondom Insterburg naar de omgeving
van Bischofswerder-Goszlershausen waren zooals Graaf Von
Waldersee in den loop van dit gesprek tegen mij zeide
nog in den avond van den 20 Aug. uitgegaan.
Op Kabisch' herhaalde vraag, of deze inlichting volkomen
betrouwbaar was, antwoordde de Wirkl. Geh. Rat Von Fleisch
mann hem op den 3 Nov. 1926: „De namen Goszlershausen-
„Bischofswerder zijn inderdaad reeds bij het bedoelde gesprek in
„den nacht van 20121 Aug. genoemd...."
„Aan de spoorwegleiding zou met de vermelding omgeving
Graudenz" vermoedelijk slechts de algemeene transport richting
zijn aangegeven, zooals dat bij strategische spoorwegvervoeren
den regel is".
13. Wij hebben dus aan uiterlijke bewijzen voor de juistheid
van Kabisch' voorstelling van zaken, behalve de mededeelingen
van Hoffmann uit den winter van 1915/16 en die van Von
Waldersee nu ook de hoogst waardevolle verklaring van
den in 't geheel niet belanghebbenden Oost. Hong. officier.
Daar komt nog een innerlijke grond van redeneering bij wat
moest het actieve 1 L. K. in 's hemelsnaam op den//n/cer-Weich-
seloever doen, „in de omgeving van Graudenz", d w. z. met die
op den rechteroever gelegen groote vesting vlak voor zijn neus?
Terloops zij nog opgemerkt, dat Von Sc haf er zegt (zie punt
„11, 9 hiervoren): „ten minste het I L. K zou volgens de meening
„van de spoorwegleiding naar den linker-Weichseloever worden
afgevoerd"; dat „ten minste" is mij niet duidelijk. De 3 res. Div.
ging toch ongetwijfeld naar Deutsch-Eylau, en dus naar den rec/z-
fer-Weichseloevervan die kon men toch zeker niet aannemen
dat zij naar den linkeroever zou worden afgevoerd En ten slotte
mag men toch van het Legercdo. Von Prittwitz ook niet
een volslagen gedachteloosheid veronderstellendat Legercdo.
heeft toch met den afvoer van de genoemde drie divisiën iets
bedoeld, en dat kon toch niet anders zijn dan ondersteuning van
het XX L. K.
476