Met betrekking tot het in punt 12 vermelde terugtochtsbesluit, en de mededeeling daarvan door Von Waldersee op 21 Aug., 1 v. m., wordt als tekst gegeven: „Wij moeten het leger „achter den Weichsel brengen. Wij hopen dat het nog gelukt.'' Op Ka b i s c h' navraag schreef Von Fleischmann op 3 Nov. '26: Deze woorden zijn in dezen vorm uitgesproken. Ik heb die mededeeling toenmaals woord voor woord aangeteekend. Zij klinkt mij nu nog in de ooren. Von Fleischmann vervolgt dan Daar de toestand mij niet zoo kritiek scheen, en ik het denk beeld van een terugtocht naar West-Pruisen als voorbarig be schouwde, telegrafeerde ik dit zoo ver gaande gewichtige besluit voorloopig nog niet aan Conrad. In den morgen van den 21 Aug. bleek dan ook uit nieuwe binnenkomende berichten, dat de jobstijdingen van den vorigen avond overdreven waren ge weest. Ik herinner mij nog levendig den gunstigen indruk, toen voordat het Legercdo. 8 Nordenburg verliet in den vroegen mor gen van 21 Aug. eenige troepenafdeelingen in stramme houding langs den Legercommandant defileerden. Toen wij daarna in den voormiddag van dezen dag in Bartenstein aankwamen, waren de nachtelijke dwangvoorstellingen grootendeels verjaagd. Mijn eerste nu afgezonden telegram over den tegenslag bij Gumbinnen (Telegram No. 62, verzonden uit Bartenstein 21 Aug. 1.05 n. m., zie Conrad IV, blz. 455) spreekt dan ook sLchts van een terugtocht in Westelijke richting (bij het verzenden heeft de beambte bij vergissing mijne, hem onbekende, handteekening vervangen door het onderaan opgedrukte dienststempelA. O. K. 8). Telegram No. 63 (verzonden uit Bartenstein 21 Aug. 1 45 n. m.) meldt: „Inleidende maatregelen voor den aanval op de vijandelijke Zuidgroep. Nog op 21 Aug. kon ik Conrad (Conrad IV, blz. 457 onderaan) in een uitvoerig telegram er over inlichten, dat het Oostleger tusschen Thorn en Allenstein werd verzameld en dat het offen sief werd voorbereid. Uit de veranderingen in de hiervoren geschetste stemmings beelden is op te maken, dat het besluit tot den aanval op het Russ. Nare w-1 eger in den voormiddag van den 21 Aug. werd genomen. De Duitsche O. H. L. schijnt hiervan niet op de hoogte te z ij n gesteld, wat uit M o 11 k e's brief aan Von Ludendorff blijkt (Ludendorff, Kriegserinnerungen, blz. 32 en 35). Von Fleischmann schrijft het besluit wezenlijk toe aan de energieke inmenging van den toenmaligen Overste Hoff mann, en drukt er zijne verwondering over uit, dat Von Lu dendorff (blz. 36) de sedert den 21 Aug. bestaande plannen 480

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 16