want hem ontbraken koenheid, vertrouwen op de overwinning, en de juiste waardeering van de factoren ruimte en tijd (men denke aan de 3 res. Div. op 20 Aug.). Zijn vervanging was een geluk voor de verdere gunstige ontwikkeling van de operatiën in het Oosten; hoe ongelukkig wellicht ook weer de vervanging van Von Ludendorff, den eenigen man met sterke zenuwen in het Legercdo. 2 (V o n B 1 o w), is geworden voor het verloop van den Marne-slag. 26. Desalniettemin blijft aan het Legercdo. Von Prittwitz de verdienste voorbehouden, dat het uit den verwarden toestand van 20 Aug. 's avonds, met juist inzicht (daarbij natuurlijk ge steund door de werkeloosheid van den zich als overwinnaar gevoe lenden Rennenkampff), niet op dwaalwegen gebracht door aandringen van de ondergeschikte commando's, welke niet het geheel konden overzien, de best mogelijke oplossing heeft weten te kiezen, en de voorwaarden heeft weten te schep pen, uit welke Von Hindenburg de Tannenberg- overwinning ontwikkelde. Déze erkenning behoort men als rechtvaardig geschiedschrijver het Legercdo. 8 te laten behouden: verdere aanspraken kunnen een scherp onderzoek niet doorstaan, en er slechts toe leiden om dat, wat werkelijk werd gepresteerd, te doen vergeten. IV. 27. Ik wil thans nog enkele korte beschouwingen wijden aan het artikel van Von Schaf er, waarin hij de n. m. m. zeer nauwgezette studie van K a b i s c h aanvalt. Ik kan daarbij kort zijn, omdat hij geen nieuwe bronnen van inlichtingen geeft, of redeneeringen welke de door K a b i s c h vermelde nieuwe feiten aantasten, maar in hoofdzaak volstaat met eenvoudig te herhalen wat er volgens de bij het Reichsarchiv aanwezige stukken omtrent die veelbewogen dagen bekend is, en waarvan de neerslag reeds in het Reichsarchiv-werk was ver zameld. Sterk is zijn argumenteering dan ook niet; te meer niet omdat hij zich niet ontziet om zonder bewijs verschillende betoogen en nota's min of meer verdacht te maken, wat nu niet bepaald een sterke bewijsvorm is, en zijn bewijsvoering m.i. ontsiert. Ik kom daarop nog terug, doch zal eerst eenige der voor naamste punten uit zijn artikel bespreken. 28. Aangaande het afbreken van den Slag bij Gumbinnen zegt Von Sc haf er o.a. het volgende: „Die Frage wird unerörtert bleiben, ob es richtig war, die „Schlacht bei Gumbinnen abzubrechen, denn Einigkeit darüber „wird sich nicht erzielen lassen. Das Urteil wird immer davon „abhangen, wie die Siegesaussichten bei Fortführung des Kampfes „am 20 Aug. abends angesehen werden muszten; das aber wird „stets Ansichtssache bleiben." 485

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 21