Accoord! Maar hij vervolgt dan: „Eines darf jedoch nicht „vergessen werden: der Entschlusz zum Zurückgehen is gefaszt „worden, ohne Nachrichten über den Stand des Kampfes auf „dem rechten Armeeflügel abzuwarten und ohne das die 3 res. „Div. überhaupt ins Gefecht getreten war." Dit laatste is slechts gedeeltelijk juist: „Das Armee-Oberkom- „mando gab diese letzte Reserve erst aus der Hand, als Gene- „ralleutnant Von Below nachmittags meldete, dasz sein ganzes Korps gegen starken Feind im Kampfe stehe." En ook wist Von Prittwitz, dat de 3 res. Div., die op 3 uren marcheeren van het gevechtsveld stond (te Benkheim), niet meer kon ingrij pen op dezen gevechtsdag. (Zie Reichsarchiv II, blz. 95). Maar bovendien verandert dat aan de „Siegesaussichten" objectief beschouwd niets, en voert ons maar op nevenpaden. Von Prittwitz schoot volmaakt te kort, dat is nu wel bekend, maar het oordeel over de mogelijkheid om op 21 Aug. een beslissende overwinning te behalen (geen „ordinarer Sieg") staat daar geheel buiten. En dat was het punt, waar het in dit geval om ging. 29. Voorts zegt von Sc haf er hieromtrent: „Ferner darf „man den Rückschlag beim XVII A. K. nicht mit dem Ausbleiben „der I res. A. K. in Verbindung bringen (zie punt 4), denn be- „kanntlich hat gerade der rechte Flügel des XVII Korps gehalten „und nur der linke muszte zurück übrigens auch dieser nicht „durch Angriff des russischen Zentrums, sondern ausschlieszlich „infolge des feindlichen Abwehrfeuers. Dann erst haben die „Russen einen kurzen Nachstosz gewagt." Dit betoog moge op het eerste gezicht juist schijnen, maar ik merk dan toch op, dat dit „ausschlieszliche" vuur het XV1IL. K. kwam te staan op een verlies van meer dan 8000 man en 12 vuurmonden, wat voor 2 Divisiën (24 bataljons) een behoorlijke klap beteekent. Het Reichsarchiv-werk II verhaalt op blz. 93: „Das Korps hatte schwer gelilten. Der Infanterie allein fehlten rund „8000 Mann, ein Drittel ihrer Gesamtstarkevon ihren Offizieren „waren 200 tot und verwundet. Die Russen wollen 1000 Gefan- „gene und 12 Geschütze erbeutet haben." Men leze voorts de beschrijving van den indruk bij de troepen van dat korps in punt 6. Maar bovendien wil het stand houden van den rechtervleugel van dat korps nog niet zeggen, dat dus het achterblijven van het I res. L. K. dat zelf aangevallen werd met den tegenslag van het XVII L. K niets te maken heeft. Juist omdat het I res. L. K. achter was en moest zijn, moest Von Mackensen's rechtervleugel sterk zijn en waren daar de reserves samengetrok ken (men was bang voor Goldap (IV russ. L. K.) Was het I res. L. K. op gelijke hoogte met het XVII L. K. opgerukt, dan had Von Mackensen zijn rechtervleugel niet zoo sterk behoeven te houden en zou de tegenslag van zijn zwakke centrum en 486

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 22