De volgende twee vraagstukken dienen in beschouwing te worden genomen 1. Was het afbreken van den Slag bij Gumbinnen in den avond van 20 Aug. door Generaal von Prittwitz gerechtvaar digd, ja dan neen 2. Zijn door hem werkelijk de grondslagen voor een nieuw offensief tegen Samsonow gelegd, is dit ingeleid, en zou het zonder zijne ontheffing zijn doorgevoerd Of is het initiatief voor het samentrekken van het 8e Leger tegen het Russ. Narew-leger niet uitgegaan van het Legercdo. 8, maar geschied op instigatie van de O. H. L. 2. Ter beoordeeling van de laatste vraag, wil ik een korte aanhaling doen voorafgaan uit de directive welke Gen. von Moltke aan Gen. von Prittwitz had medegegeven als richtsnoer voor de leiding van de operatiën in Oost-Pruisen. „Auf keinen Fall aber, darf sich die Armee in Ost-Preuszen „so binden, dasz ihr den Rückweg über die Weichsel verloren „geht. „Der Rücken nach der Weichsel musz unbedingt frei bleiben; erst an dieser ist zaher Widerstand zu leisten". Omtrent deze richtlijnen zegt Gröner: „Die Directive war kein Meisterstück Die O. H. L. ent- „zieht sich der VerantwortungWenn geschrieben steht: „Inwieweit eine Offensivbewegung durchgeführt werden kann, „musz die Gesamtlage ergeben, ist dies weniger als ein Stein „der dem A. O. K. gereicht wird Und zum Schlusz folgt derver- „hangnisvolle Rat: „lm Notfalle musz Preuszen östlich der Weichsel „aufgegeben werden. „S c h 1 i e f f e n hatte den Oberbefehlshaber als Abschiedsworte „gesagtSie haben eine wundervolle Aufgale vor sich. Denken ,,sie dabei nicht etwa an ihren Rücken, sondern einzig und allein „an den Sieg. Wenn Sie danach handeln und das Kriegslück ist „Ihnen trotzdem nicht gunstig, dann werde ich die Verantwortung „übernehmen". Is het met zulk een directive niet begrijpelijk, dat èn het af breken van den Slag bij Gumbinnen, èn het daarna zich niet „rücksichtlos" op Samsonow werpen, hebben plaats gevonden? En mag na het geven van zulk een directive, de O. H. L. achteraf nog het recht voor zich opeischen, dat zij geïnstigeerd zou heb ben tot het offensief tegen het Narew-leger? (1. M. T. 1930, blz. 465, 467). 466 Zie I. M. T. 1929, No. 12, blz. 1072 e. v. Ik zal hier en daar nog wel eens een enkele aanhaling uit de bekende I. M. T.-artikelen moeten doen, maar ik acht dit voor het eenigszins geniet baar doen zijn van dit „aanvullingsartikel" onvermijdelijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 2