2. NAAR AANLEIDING VAN: „EENIGE BESCHOUWINGEN OVER DEN ARTILLERIESTEUN BIJ DEN AANVAL OP EEN VERDEDIGENDE OPSTELLING IN DEN BEWEGINGSOORLOG", (zie I. M. T. 1931 No. 5). door J. M. R. SANDBERG, Eerste Luitenant der Artillerie. Inleiding. In bovengenoemd artikel beoordeelt de geachte schrijver, kapi tein Steinmetz, zooals door hem woordelijk wordt medegedeeld, de k o n s e k w e n t i e s, die zijn verbonden aan een systema tisch opgezetten aanval met „zwaartepunt" en met „artilleriesteun in tijdmaat" volgens een te voren opgesteld schema. Met dit schema wordt dan bedoeld het schema, indertijd door den generaal Bodde opgemaakt ten behoeve van de oefeningen bij de Ie Divisie, waarvoor verwezen wordt naar de bijdrage van den majoor van der Wal in het 1. M. T. 1931 No. 1, getiteld „Het zwaartepunt van den aanval". Uit de bewoordingen van kapt. S. heb ik den indruk gekregen, bevestigd door uitlatingen van andere infanterie-officieren, dat het genoemde schema als iets bijzonders beschouwd wordt, misschien wel geschikt voor den frontalen aanval en den stellingoorlog, maar voor onze verhoudingen veelal niet toepasselijk. M. i. is deze opvatting onjuist en wordt zij ten onrechte gehul digd. Gaarne maak ik van de gelegenheid gebruik, mij door het artikel van kapt. S. geboden, haar te bestrijden. In de eerste plaats moet elke aanval op een ter verdediging ingerichten vijand systematisch zijn opgezet. Voorhoedegevechten, ontmoetingsgevechten e.d. laat ik thans buiten beschouwing. Overigens zullen met de ontwikkeling van de luchtmacht ont moetingsgevechten zeldzaam zijnveelal zal één der partijen zich de zwakste voelen en, zij het tijdelijk, tot de verdediging haar toevlucht nemen. Zij zal trachten zich de aan de verdediging verbonden voor deden te verzekeren door zich in te graven, door het maken van hindernissen, het organiseeren van een vuurplan enz., zoodat, in 495

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 31