ruimte biedt voor zijn troepen. Bovendien moet het behoorlijk boven het hoogste bandjirpeil van de K. Amprong gelegen zijn. Voor de in het algemeen te treffen maatregelen bij de oprich ting van dit marschbivak te Wringinanom moge worden verwezen naar die genomen te Watesbeloeng. (blzn 218 en 219). Al spoedig zal door de bevolking van Wringinanom het verzoek worden gedaan om warongs, tokotjes en een passer in de buurt van het bivak te mogen houden hiertegen bestaan geen bezwaren, mits zij niet binnen de vrije strook van 50 M worden gebouwd. Het bouwplan moet door den bivakcommandant worden aange geven, anders bouwt men kris en kras door elkaar, zonder be hoorlijke tusschenruimte tusschen de gebouwen met het oog op brandgevaar en niet bijv. met hetzelfde front naar een aan te leggen weg; ook op den aanleg van behoorlijke accessoires moet worden gelet. Luit. B zal hier ook moeten beginnen met het opdoen van terreinkennis, eerst in de naaste omgeving en daarna verder het bosch in. Hij zal het geheele stroomgebied van de K. Amprong eerst volgens de van de bevolking verkregen gegevens in schets brengen en deze schets daarna door de patr. comdn doen aan vullen en verbeteren (zulks in de veronderstelling dat van dit stroomgebied geen topografische kaarten bestaan). Hij zal beginnen met de bevolking voorloopig te verbieden boschproducten te zoeken alle in het bosch aangetroffen personen kunnen dus als djahats worden beschouwd. Later, indien hem de betrouwbaarheid van de bevolking gebleken is en hij over goede spionnen beschikt, kan aan enkele personen en dan alleen met een schriftelijke vergunning van hem voor een bepaalden termijn toegestaan worden boschproducten te zoeken. Hij is middels de kamponghoofden in het bezit van een juiste opgave van het aantal nog voortvluchtige personen, de namen der bendehoofden in zijn gebied en die van den hoofdaanvoerder. Hij zal nu zoo spoedig mogelijk, nadat hij hieromtrent berichten bij meerdere personen heeft ingewonnen, de namen der djahats in het z. g. djahatsregister inschrijven. Achter eiken naam moet vermeld worden onder welken naam hij nu onder de djahats voor komt, want bij het overloopen naar de verzetspartij wordt meer malen van naam verwisseld of hebben zij het een of andere praedicaat verworven. Verder wordt van eiken djahat de kam pong van afkomst aangeteekend, het huis waar hij het laatst gewoond heeft, de namen van zijn vrouw(en) en kind(eren), van zijn naaste familieleden en hun woonplaats. Het behoeft geen nadere toelichting, dat al deze gegevens voor eiken patrouillecomdt. onontbeerlijk zijn. Bij de z.g. dag patrouilles worden de kampongs en de situatie der opgegeven woningen nauwkeurig opgenomen, opdat men bij een omsinge ling bij dag of bij nacht au fait zij. 505

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 41