In deze periode dus, d. i. de tijd, die verloopt, totdat de ladangs zelf producten leveren, moeten alle verzetslieden onschadelijk worden gemaakt op berichten en (of) op sporen, en moeten de ladangs worden opgespoord. Weliswaar zal de verzetspartij, ook als de ladangs reeds productief zijn, nog steeds zout en andere ingrediënten als gambir, pinang en kalk, uit de kampong moeten betrekken, doch dan kan dit fourageeren door enkele personen en met groote tusschenpoozen vrijwel ongemerkt geschieden. Wij komen nu dus tot de behandeling, van het onschadelijk maken der djahats op berichten en (op) sporen en het overvallen van hun ladangs. Hierboven werd reeds melding gemaakt van het bericht, dat een bende, die bezig is met fourageeren, in een bepaalde kam pong door een spion gesignaleerd wordt. Dit fourageeren ge schiedt als regel 's nachts: de bende wacht in of nabij een woning op de gevraagde levensmiddelen. Op zulk een bericht moet onmiddellijk worden uitgerukt. De spion wordt door de patrouille medegenomen De patrouille kiest, naar de kampong toe gaande, haar eigen weg. Nabij de kampong gekomen, is het zaak om buiten het gehoor der kamponghonden met de patrouille halt te houden en de situatie door een spion te doen opnemen. Is de bende nog steeds aanwezig, dan kan men op de volgende manieren te werk gaan: a. indien de patrouille ongemerkt door honden en personen geruischloos door de kampong kan loopen en zoo de bende naderen, wordt dit gedaan: de spion wijst hierbij den weg. De patrouille komt op zoo kort mogelijken afstand naderbij, geeft een salvovuur af en attakeert na het eerste schot met de klewang b. indien dit naderen niet ongemerkt en geruischloos kan ge schieden, staat er niets anders op dan de bende buiten de kampong aan haar kleed te komen. Zij moet dan langs de vermoedelijke aftochtspaden worden opgewacht; langs die paden worden hinderlagen gelegd en na het eerste schot gaat men den vijand met de klewang te lijf. is de bende reeds vertrokken, dan moet door de patrouille het daglicht worden afgewacht om dan naar sporen te zoeken. Een ander bericht meldt den bivakcomdt, dat een bende, na 's nachts in de kampong gefourageerd te hebben, wederom is vertrokken en via kampong die en die het boschterrein is inge gaan. Hierop wordt uitgerukt, doch op een zoodanig uur, dat de patrouille bij het aanbreken van den dag bij de kampong kan zijn, waar de djahats het bosch in getrokken zijn. Uitrukken op een vroeger uur heeft geen nut, omdat hier gewerkt moet worden op de sporen, die de djahats achtergelaten hebben en die men alleen bij daglicht volgen kan. 509

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 45