6. Laadinrichting, tempeertoestel en hydro-
pneumatische aanzetter.
Voor het laden wordt de patroon op een laadgoot gelegd, welke
zich ter zijde van den vuurmond bevindt en alsdan achter het
achterstuk kan worden gedraaid. Een dubbele zekerheid maakt,
dat het afvuren niet mogelijk is wanneer de laadgoot zich achter
den vuurmond bevindt. Verder verhindert een sperinrichting het
vooruitschuiven van de patroon zoolang deze zich niet recht ach
ter het laadgat bevindt, terwijl bovendien de patroon wordt vast
gehouden door een houder bij groote elevaties.
Vlak voor de laadgoot in naar buitengedraaiden stand bevindt
zich het tempeertoestel. Voor het tempeeren behoeft men slechts
de laadgoot met de granaat recht in het tempeertoestel te schuiven,
waarop de tempeering automatisch plaats vindt. De voor het
draaien van het tempeertoestel benoodigde kracht wordt ver
kregen uit een hydropneumatische accumulator, die bij den
vooruitloop van het kanon na het afvuren wordt geladen. Het
stellen van het tempeertoestel kan geschieden na commando dan
wel door een electrisch volgwijzersysteem. Voor het laden van
den accumulator voor het eerste schot is een afzonderlijke inrich
ting voorhanden.
De hydropneumatishe aanzetter-inrichting wordt geladen door
den terugloop van het kanon. Wanneer de laadgoot achter het
laadgat wordt gedraaid draait ook het beweeglijke deel van den
aanzetter naar den juisten stand en drijft de aanzetterklos de
patroon in den vuurmond. Het terugdraaien van den aanzetter
geschiedt door de sluitwig bij het sluiten van het sluitstuk.
Een eenvoudige inrichting maakt dat deze automatische aan
zetter buiten werking gesteld kan worden.
7. De richtmiddelen.
De richtmiddelen zijn naar het principe van den onafhanke-
lijken opzet geconstrueerd en laten zoowel direct als indirect
richten toe. Bij de directe richting worden zij door 3 man
en bij de indirecte door 2 man bediend. Door één omdraaiing
van het handwiel voor de hoogterichting wordt de elevatie met
ongeveer 2° vermeerderd of verminderd, dooréén omdraaiing van
het handwiel voor de zijdelingsche richting wordt de zijdeling-
sche stand van het kanon omstreeks 4° veranderd.
De kijker is een zoogenaamde „Winkelzielfernrohr" waardoor
de richter steeds horizontaal en loodrecht op de richtlijn in den
kijker ziet
De zijdelingsche correcties zijn onafhankelijk van de beweging van
den kijker in vertikalen zin en worden uitsluitend in het horizontale
vlak aangebracht evenals zulks bij de bevelsmiddelen het geval is.
De maximum opzethoogte bedraagt 500 °/00, de hoogterichthoek
van den kijker ongeveer 85°, de hoogtecorrectie maximum 250
°/00 en de maximum zijdelingsche correctie ongeveer 1000 °lQn.
518