5. EEN MOEILIJK INDISCH PROBLEEM. door M. H. P. J. PAULISSEN, Eerste Luitenant der Infanterie. Uit het betoog van den eersten Luitenant der Infanterie L. A. Vellenga, bijlage bij het I. M T. 62ste jaargang No. 1 Januari 1931, vermeenen wij te mogen opmaken, dat het de bedoeling van den schrijver geweest is, om door het scheppen van een nieuwen toestand voor den Europeeschen vrijwilliger, de werving in Holland in normale tijden te doen opvoeren, teneinde te geraken tot het herstel van de Europeesche vrijwilligersformatie onder toepassing van een behoorlijke selectie. Wij vragen ons evenwel afworden door het stelsel door den heer Vellenga aanbevolen, de oorzaken van de minder gewenschte toestanden op het gebied der Europeesche werving weggenomen en is het stelsel wel goed vereenigbaar met de militaire organisatie! Wij vermeenen die vragen ontkennend te moeten beantwoorden. Militaire kolonisatie, zooals door den Hr. Vellenga voorgesteld, zou een ideale toestand zijn, indien dit ook een voor het leger ideale toestand zou beteekenen. Doch naar onze meening is dit nu juist niet het geval. Wat toch zijn de gevolgen? Men dient een nevenbelang, een omstandigheid, welke men niet te licht rekenen mag. Zonder twijfel staat vast, dat de militaire werkkring van den militair-landbouwer bijzaak zal worden, want van nature uit is de mensch dusdanig aangelegd, dat het vak, hetgeen hem de meeste duiten in het laatje breng, voor hem het zwaarst weegt. En bovendien, wat zouden wij krijgen, wanneer Jan ge roepen wordt ter vervulling van zijn plicht bij een eenigszins landurigen oorlog of krijgsverrichting? Een terugverlangen naar zijn stukje grond, waaraan hij zijn beste krachten en mogelijk spaarpenninkjes gegeven heeft, om het vruchtbaar te maken en dat dan braak ligt, of waarop de in bloei staande gewassen verrotten. En het gevolg hiervan? Hij krijgt genoeg van het vechten, wordt „kriegsmütig". Kriegsmütigkeit is de grootste vijand van een opereerend leger. Bovendien mogen we ons geen illusies maken, dat wij door een dergelijke oplossing recruteering uit de landarbeidersklasse zouden bewerkstelligen. Een boer ver- 520 1. MILITAIRE KOLONISATIE.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 56