6. HET GEBRUIK VAN VALSCHERMEN.
door
kapitein GITZ,
Stond in 1914 het valscherm-probleem nog in de kinderschoenen,
de laatste jaren van den Wereld-oorlog reeds gaven een meer
uitgebreid gebruik van de parachute te zien, terwijl men thans
kan zeggen, dat het valscherm tot de normale uitrusting van den
vliegenier behoort op de zelfde wijze als bv. zijn vlieghelm.
In het tijdsverloop van 1914 tot heden zijn verschillende vraag
stukken, die zich bij de bestudeering van de valschermkwestie
voordeden tot een oplossing gekomen. Behalve over het eigen
lijke valscherm gingen deze vraagstukken ook over de wijze van
verpakking en de draagwijze, in verband met de geringe ruimte
die het vliegtuig (en speciaal het militaire vliegtuig) den inzit
tenden biedt, terwijl mede voor oogen meest worden gehouden,
dat een bepaalde graad van bewegingsvrijheid noodig bleef.
Ook de kwestie van het onderhoud, waarvan de duurzaamheid
afhankelijk is, maakte een onderwerp van studie uit.
De Luchtvaartafdeeling hier te lande heeft, toen in 1926 tot
de aanschaffing van valschermen besloten werd, gebruik gemaakt
van de ondervindingen in andere landen (speciaal Amerika) op
gedaan, en de keuze laten vallen op de „Irvin" parachute.
Het glansrijk doorstaan van de in Amerika met deze parachute
genomen proeven, waarbij in totaal 50.000 „dummy test drops"
werden gemaakt, voordat het door den Amerikaanschen Leger-
vliegdienst werd aangenomen, rechtvaardigt deze keuze volkomen.
Vooral de vlugge opening. 13/5 seconde na de inwerking
stelling van het openings-mechanisme, moet als een groot voor
deel beschouwd worden voor militaire vliegeniers, die vaak ge
dwongen zullen zijn eerst op geringe hoogte van hun valscherm
gebruik te maken.
Typen en vormen.
De Irvin-parachute behoort tot het z. g. vrije type van val
schermen, in tegenstelling met het z. g. verbonden type. Wordt
bij het type het valscherm in werking gesteld door een manipu
latie van den springer, bij het verbonden type geschiedt de in
werkingstelling onafhankelijk van den gebruiker.
527
INLEIDING.