Beide systemen hebben hun voor- en nadeelen. Het verbonden type heeft het nadeel, dat de 7 M. lange ver bindingslijn tusschen parachute en vliegtuig, welke lijn na het afspringen van den vliegenier zich onder diens gewicht strekt en de sluiting der parachute-verpakking los trekt, zich om het vliegtuig of den springer kan verwikkelen of in het geheel niet loskomt, b. v. wanneer het gebroken of in brand geschoten vlieg tuig even snel valt als de man, die eruit springt. Het vrije type levert de risico op, dat de gebruiker de sluiting te vroeg verbreekt, zoodat het doek zich in de staartvlakken van het vliegtuig kan verwarren. Ook is het mogelijk, dat de sluiting te laat of in het geheel niet geopend wordt (b. v. wanneer de man zijn positieven verliest). Proeven genomen met een combinatie van beide systemen, welke onafhankelijk van elkaar werken, zooals dit gevonden wordt bij de „Robur'-'parachute hebben er in Holland toe geleid, dit type aldaar te aanvaarden. Ook aan deze combinatie kleeft het risico, dat het touw zich bij het uit het vliegtuig springen om den drager èn het valschermpak kan wikkelen, waardoor ook de manipulatie geen succes kan hebben. In geopenden toestand vertoont de „Irvin" de parapluievorm zij wordt geleverd in afmetingen (doorsneden) van 24 en 28 voet. Een nieuw type valscherm „the Triangle chute", in drie- hoeksvorm, zal ook hier te lande in beproeving worden genomen. Het slingeren, dat practisch bij alle soorten valschermen voor komt en voor den springer zeer hinderlijk is, schijnt hierbij zeer verminderd te zijn. Ook is de maniabiliteit grooter, zoodat huizen, boomen en waterplassen gemakkelijker kunnen worden ontweken. De diameter van de Irvin-parachute is langs theoretischen en empirischen weg bepaald in verband met de gewenschte daalsnel heid, die voor een bepaalde parachute, uitsluitend afhankelijk is van de luchtdichtheid en het gewicht van den parachutist. De parachute met een diameter van 24' is bestemd als be- drijfs-parachute, terwijl de 28'-parachute gebruikt wordt voor oefeningsdoeleinden (tezamen met een reserve-valscherm van 22', hetwelk op de borst wordt gedragen). De grootere doorsnede van de oefenings-parachute geeft een geringere dalingssnelheid en dus een grootere veiligheidsmarge wat betreft het behoorlijk op den grond neerkomen. In het April-nummer van dit jaar van het tijdschrift „Lucht vaart" heeft H. K. de Graaf eenige berekeningen gemaakt, ten einde een idee te geven van de snelheid, waarmede een parachu tist op de aarde neerkomt. Als vergelijkingsobject heeft hij genomen het vrij springen (d.i. zonder parachute) vanaf een be paalde hoogte. De schrijver komt daarbij tot de ondervolgende resultaten. Met een 28' Irvin springende zal een parachutist met een lichaamsgewicht (G) van 55 K.G. een dalingssnelheid (V) hebben 528

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 64