533 waarbij echter reeds eenige schakeering wordt aangegeven (bezetten van punten in het terrein tusschen de wegen); alleen het laatste geval is in de volgende punten van het A. T. V. tot in bijzonderheden uitgewerkt, waardoor den commandanten voor verschillende mogelijkheden, naar gelang van den graad van het verwachte gevaar, groote vrijheid wordt gelaten bij de te treffen maatregelen. De mate, waarin in de beveiliging moet worden voorzien, hangt nauw samen met den afstand, waarop de vijand zich van de eigen troepen bevindt, en zijn middelen om dien afstand te overbruggen. In dit geval is geen al- gemeene aanval te verwachten, maar wei behoort een krachtdadige verkenning door afdeelingen sterker dan patrouilles tot de mogelijkheden. Doordringen in het tusschenterrein moet dus belet worden, waartoe de Det. C. bestrijking met vuur voldoende acht. Ook de mogelijkheden van 's vijands optreden onmiddellijk na de rust (A. T. V. 56) zijn van invloed op de veiligheidsmaatregelen. De Det. C. heeft hiermede bij het aangeven van de opdracht voor de voorposten rekening gehouden, waarbij het terrein (TJI TAROEM) een groote rol speelt. Bij de bepaling van de plaats der vp. detn dwingt de compartimenteering van het terrein in open en bedekte strooken weder tot bepaalde opstellingen. Ik elk geval moet bereikt worden, dat de hoofdmacht gevrijwaard is tegen vijandelijk mitrailleurvuurde vijand moet dus op een afstand van 2 a 3 km. van de rustende troepen gehouden kunnen worden. Het gevaar van artillerie vuur is, gezien de groote drachten van modern veldgeschut niet altijd te ont gaandit gevaar kan echter zeer verminderd worden door geen waarnemings- punten aan den vijand te latenkunnen zij niet worden bezet, dan worden deze punten toch geobserveerd, zoodat mogelijk naderende vijandelijke waar nemers kunnen worden verdreven. Hier rust die taak op de verder vooruitgeschoven Cav. en Wr., die tevens door het bewaken der wegen waardevolle aanwijzingen kunnen verzamelen omtrent de plannen van den vijand voor den nacht en den volgenden dag een vijand, die zich gedurende den nacht tot tegenover de voorposten zou willen verplaatsen, zou zorgen het tusschengelegen terrein den vorigen dag nog in zijn bezit te stellen, althans dit te verkennen. Samenvattende worden taak en afstand van de beveiligende afdeelingen dus bepaald door a. de voornemens (opdracht) van den Det. C. b. het terrein, c. de wijze waarop de vijand de rust van de hoofdmacht zou kunnen storen, dan wel de voornemens van den commandant voor den volgenden dag zou kunnen dwarsboomen. De plaats van het Z. vp. det. hangt o. m. af van het inzicht, dat uit het hooge terrein in de omgeving en Z. van MANTRITJINA op de brug kan worden verkregenzoolang de Cav. en Wr. nog geen aanraking met den vijand berichten is uitzending van het N. vp. det. waardoor de bevels uitgifte aan dezen troep bemoeilijkt zou worden niet urgent. De overwijld te treffen maatregelen beoogen zoowel de hoofdmacht ais de troepen van de voorhoede tegen ernstige verrassingen veilig te stellenwil eenig profijt getrokken worden van de genie, dan moet deze dadelijk aan vangen te arbeiden. De voorhoede C. rijdt ter uitvoering dezer maatregelen met zijn adju dant, C. pel. M., den oudsten Bat. arts, C. Verbind, br. en rijwielord. naar voren. De C. der spitscie haalt hij voor PATROL 2 indeze kg. bestemd hij als plaats van de vp. res.hij kiest daar een huizengroep als zijn C. P. en be veelt na den tijd te hebben opgegeven het volgende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 69