534
VOORHOEDE PATROL 2, 2-l-'31, 1.38 n.m.
No.4
VOORHOEDEBEVEL
voor den overgang tot de rustbeveiliging.
1. Van onze W r. bezet een afdeeling de brug hiervóór
over de TJITAROEM.
2. Het Detachement gaat legeren in TJIPARAJ en
omgeving met de oorspronkelijke voorhoede op voor
posten O. van de TJI TAROEM. Het voorhoedeverband
is opgeheven.
3. Een gevechtsgroep (1 k. 1 k. m. van Uwe com
pagnie neemt de brugbezetting van de Wr. over; na
aflossing door andere troepen van het bataljon komt deze
gev. gr. weder te Uwer beschiking.
Bezet met Uwe compagnie als vp. det. de O. uitgang van
MADJALAJA. f
4. 2 sectiën mitr. met opdracht tot bestrijking van het
voor- en neventerrein worden nagezonden.
5. Genietroepen brengen bij Uw vp. det. een ver
plaatsbare versperring tegen paw. aan.
6. M ij n C. P. komt in PATROL 2. f
Voorhoede C.,
Mondeling aan: C. Ie cie 1-1 R. 1.
Afschrift aanCo 2 ex.
Toelichting: Het bevel bevat slechts zooveel als de cie. C. noodig
heeft om dadelijk aan het werk te gaan (A. T. V. 12 (2)). Het is weergegeven
zooals het door den adjudant in twee exemplaren doorgeschreven z. n.
in telegramstijl is opgenomen Hiervan is één bestemd voor het dagboek
(L.S. blz. 29 e.v.), één ter raadpleging in het commando (vgl. A.T. V. 17(3)).
Tijd, nummer en verzendlijst worden ook bij schriftelijke bevelen door
den luitenant-adjudant of onder zijn controle ingevuld, nadat het bevel door
den cie. C. „herhaald" is. Z. n. geeft de Voorhoede C. aanwijzingen voor de
verzending.
Majoor B. ziet de spitscie de brug en een door de Wr. opgerichte vluchtige
versperring tegen paw., met doorgang voor troepen passeeren, en dicteert
dan voor den voortroep aan zijn adjudant en den C. pel. M.
f) In het terrein aangewezen of uitgeduid.
Hiervoor kan een Berichtenboekje beredenen, of voor lange bevelen
een groot formaat blocnote dienen; de hoofden tevoren geschreven. Bij het
schrijven van veel exemplaren kunnen C. pel. M. en C. Verbind, br., enz. m.
lager personeel van het commando behulpzaam zijn. (Maximum aantal exem
plaren in één keer te schrijven per berichtenboekje 3 a 4, per blocnote van
zeer dun papier 4 a 5).