537 vecht te vervullen (gewonden van Cav. en Wrwaarbij geen Hp V P A is!); zij bepaalt zich dan ook tot PATROL 2 en naaste omgevino In'ieder' geval zal hij zorgen 2.20 n.m. op de C.P. terug te zijn. IpHpVhHp I"ltenant"adiudant> C. pel. M. en twee rijwielordonnansen naar de le cie rijdende stelt de Voorposten C. vast, dat de brug van BALEKAMBANG is te zien, en dat het terrein Z. en in de omgeving van MANTRITIINA wordt gemaskeerd door het kampongterrein Z: en ZO. van de brug. In MADJALAJA voegt zich C. le cie bij hem en geeft inlichtingen over de reeds getroffen maatregelen (zie later), welke hij goedkeurt. g +p "i"3- dezer kg' IS een gr°°t deel van het voor- en zij-terrein te overzien; na advies van den C. pel. M. besluit Majoor B. de plaatsen en de sterkte der beide andere vp. detn. aan te geven(Zie beide vol de bestrijking van het tusschenterrein te regelen. Sende beve'en) Hij vult de opdracht voor de le cie als volgt aan VOORPOSTEN DC.,CI MADJALAJA, 2-l-'31, 2.20 n.m. z BEVEL voor voorpostendetachement No. 2. 1. Nevenvp. detn. No. 1 LEUWINANGGOENG en RPM (MANTRITJINA). No. 3 HONDJE en MANDIRANNTJANG Zuid (E2). f 2. Uwe compagnie (Vp. det. No. 2) brengt k. m. vuur in Z. richting voor O. rand MADJALAJA, M. vuur op en tusschen beide wegen uit het O. en langs de Tjl KARO tot voorbij TJELENGLAMPAR (E/F 2). f 3. Bij voorp. det. No. 3 wordt de kunstweg eveneens tegen paw. versperd. Doordringen van paw. onmiddellijk aan mij melden, en versperring in den rug daarvan aan brengen, teneinde terugkeer te beletten. 4. Mijn C. P. wordt telefonisch met de Uwe verbonden. Mondeling aan C. le cie. VoorpostenC. Afschift aan: Co. 2 ex. Toelichting: De samenwerking is hiermede voor dit vp det vol doende geregeld De plaats van Vp. det. No. 1 berust op het resultaat van de verkenning van de brug af; deze zal moeten worden aangevuld. De VoorpostenC be schikt evenwel niet over snelle troepen (de Det. C. heeft het blijkbaar niet noodig geoordeeld een Cav - of Wr. patr. dan wel de regimentspatr. te zijner beschikking te stellen); hij kan deze improviseeren een enkele pa trouille— uit de rijwielordonnansen, z. n. van de compagniën. Majoor B. vindt het evenwel voldoende als de verkenning later door de infanterie van het betrokken vp. det. geschiedt, aangezien hij geen afwijkend resultaat verwacht. Wordt vervolgd).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 73