546 3e. de aftrekinrichting kan geplaatst worden op automatisch vuur, enkelvuur en op rust; 4e. de vuursnelheid bedraagt 450 a 700 schoten per minuut; 5e. gevuurd kan worden met het geweer steunende in den schouder of steunende op de heupvoor vuur op groote afstanden steunt het vóór op een vork, achter op een steun, waarbij de schutter de liggende hou ding aanneemt 6e. het gewicht bedraagt het dubbele van het tegenwoordige infanteriegeweer. Verbinding infanterie-artillerie. Revue d'artillerie. Februari nummer 1931. Onder „Renseignements divers' vinden we vermeld een artikel verschenen in de Rivista di Artiglieria e Genio over de toepassing der radio-telefome in de verbinding artillerie-infanterie. Naar de meening van den schrijver van het artikel in bovenbedoeld Italiaansch tijdschrift komt de draadlooze telefonie in de eerste plaats in aanmerking voor de verbindingen tusschen de waarnemingsposten, commandoposten en de batterijen. Artilleriebewapening. Revue d'artillerie. Februari nummer 1931. Onder „Materièls modernes d'artillerie" is opgenomen een Italiaansche opgave van nieuw artilleriemate- rieel, waaruit blijkt het streven van het vergrooten van zoowel het horizontale als het verticale schootsveld, naast het grooter maken van de drachten van al het materieel. Organisatie. Mil. Wochenblatt. No. 25. Januari 1931. Aufkldrungsabteilung und be- beweglicher Verband bei der Infanteriedivision". In een overeenkomstig artikel in no. 18 werd aangedrongen op het organiseeren van de verkenningsafdee- ling in een licht regiment, dat in staat is, zoowel gevechts- als verkennings- opdrachten uit te voeren. Schr. stelt voor om aan die verkenningsafdeeling de zuivere gevechtsopdrachten te ontnemen. Deze geve men aan een speciaal daarvoor bestemde lichte afdeeling. Beide afdeelingen komen dan zelfstandig rechtstreeks onder den divisiecommandant. De verkenningsafdeeling ware samen te stellen als volgt: 3 eskadrons (met verbindingssectie),1 mitrail leureskadron (6 mitrailleurs), 1 compagnie wielrijders, 1 sectie pant serauto's. De samenstelling van de lichte afdeeling als boven bedoeld denkt de schr. zichstaf3 compagnieën wielrijders of infanterie op auto's1 ver bindingssectie1 gemotoriseerde mitrailleurcompagnie; 1 gemotoriseerde bat terij 2 secties pantserauto's. All. Schweizerische Militarzeitung. No. 3. Maart 1931. „Ueber neuzeit- liche Infanterie", luit. kolonel A. Gübeli. „De infanterie zal het hoofdwapen blijven zoolang er terrein te veroveren valt of te bezetten. Worden gas of electrische stralen uitgevonden, die alle leven kunnen dooden, zoodat er nog alleen dood terrein te veroveren valt, dan eerst zal de infanterie misschien naar de tweede plaats terugtreden". Na een vergelijking van de organisatie eener Fransche met die eener Zwit- sersche divisie, wordt als samenstelling van een modern infanterieregiment opgegeven a. regimentscommandant met staf b. verbindingssectie c. gemotoriseerde luchtafweercompagnie „Raupentraktion" met ca. 8 kleinka- liber machinekanonnen of zware mitrailleurs; d. zware mortiercompagnie met 6 a 9 mortieren met een dracht van 2500 m. e. 3 bataljons van: 3 tot 4 infanterie-compagnieën (bewapening: lichte mi trailleur, hand- en geweergranaten, bajonet) 1 zware compagnie; de zware compagnie bestaande uit: 12 zware mitrailleurs, 2 secties lichte mortieren, elk van 2 stukken, en 1 sectie tankafweergeschut van 4 stukken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 82