ringsplaatsen bestond geen gelegenheid tot koken. Na overleg met de betrokken korpscommandanten werd besloten voor de bereiding van het voedsel voor de jh 2100 op deze vier legerings plaatsen ondergebrachte vluchtelingen gebruik te maken van de keukens der troepen, die voor hulpverleening naar Moentilan waren vertrokken. Het bereide eten werd per vrachtauto in kook- ketels naar de legeringsplaatsen gebracht en aldaar gedistribueerd. Voor de beide andere groepen kon een keuken ingericht wor den bij de legeringsplaats van een dier groepen. Ter beschikking van den kapitein der intendance belast met de voedselvoorziening werd gesteld een verplegingstroep en het noodige kokspersoneel, tezamen 35 man. Het voor de bereiding en het vervoer van het eten benoodigd materieel werd uit het garnizoenskleedingmagazijn verstrekt, ter wijl voor rekening van het Merapifonds een personenauto en een vrachtauto werden ingehuurd. Na eenige dagen, toen het aantal vluchtelingen was terugge- loopen tot2000, werd besloten deze meer te concentreeren en in een drietal niet ver van elkaar gelegen plaatsen onder te bren gen. Het voedsel werd daarna uitsluitend bereid in de reeds genoemde keuken bij een der legeringsplaatsen. In tegenstelling met Moentilan en omgeving en werd te Magelang drie maal daags bereid voedsel verstrekt. Vermelding verdient, dat te Magelang alle vluchtelingen door het civiel bestuur gere gistreerd konden worden en hier ook een kaartensysteem werd ingevoerd. De rijst en de overige levensmiddelen werden hier op de zelfde wijze betrokken als voor de vluchtelingen te Moentilan en omgeving. Hoewel met eenige schommelingen, als gevolg van nieuwe verontrustende geruchten omtrent de werking van den Merapi, liep het aantal vluchtelingen te Magelang vrij snel terug. Op 31 December bedroeg de sterkte nog 1100 menschen, die toen in twee gebouwencomplexen waren ondergebracht; den 12den Januari d. a. v. werd een dier complexen ontruimd en de daar nog aan wezige 400 vluchtelingen overgebracht naar Moentilan. Eind Ja nuari bedroeg de sterkte nog600 menschen, terwijl de verzor gingvan deze menschen met ingang van den 2den Februari mede werd opgedragen aan den te Moentilan met de verpleging van de vluchtelingen belasten officier. Op verzoek van den Resident te Magelang werd door den Divisie-Commandant beslist, dat de verpleging door de zorg van de intendance nog tot eind Februari bestendigd zou blijven; op 1 Maart werd de voedselvoorziening van de nog resteerende 2700 menschen overgedragen aan het civiel bestuur. Ten einde met de verstrekking van bereid voedsel te kunnen door- 576

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 22