gaan, werd aan den wedana van Moentilan een 12-tal kook-
ketels in bruikleen afgestaan.
Hulpverleening door den Geneeskundigen Dienst.
In den voormiddag van den 20sten December wendde de
Gewestelijk Gouvernementsarts ter standplaats Magelang zich
tot het Hoofd van het Militair Hospitaal met het verzoek zoo
mogelijk hulp te verleenen bij het redden en verzorgen van
slachtoffers van de uitbarsting van den Merapi. Hieraan werd
uit den aard der zaak dadelijk gevolg gegeven en binnen een
half uur vertrokken een tweetons vrachtauto met 6 man hospi-
taalpersoneel, onder leiding van een in het militair hospitaal
werkzamen gepensionneerd onderluitenant-ziekenverpleger, en 20
stalen veldbedden, benevens de noodige tasschen-ziekenverpleger
en extra verband naar het terrein van de ramp. Een officier van
gezondheid vergezelde den G. G. A. daarheen.
Op het erf van den assistent-wedana van Sroemboeng werd
een voorloopige ambulance ingericht, terwijl intusschen een deel
van het personeel naar boven trok. Toen de ambulance nagenoeg
ingericht was, kwamen de eerste troepen voor de hulpverleening
uit Magelang aan; kort daarop arriveerden het Hoofd van het
militair hospitaal en nog twee officieren van gezondheid.
Van Sroemboeng uit was het personeel reeds onmiddellijk
begonnen met het afzoeken van hoogerop gelegen kampongs en
het mocht dezen 6 menschen om ten deele zonder, ten deele
met hulp van de bevolking 22 gewonden naar beneden te
brengen over een afstand van ruim 6 K.M 15 van deze 22 ge
wonden moesten gedragen worden.
Per vrachtauto werden de gewonden overgebracht naar het
katholieke ziekenhuis te Moentilan en naar het militair hospitaal
te Magelang.
Twee soldaten-ziekenverpleger vergezelden de sectie infanterie,
welke naar Doekoen ging om daar hulp te verleenen.
Het overige personeel overnachtte op Sroemboeng bij de daar
legerende compagnie en ging den volgenden ochtend om half zes
weer den marsch in, nu samen met militaire patrouilles, naar
Podjok en Gedjoegan, waar de boomen en huizen nog brandden.
Hier werden betrekkelijk weinig gewonden gevonden, doch veel
dooden. Een deel der lijken was droog en viel bij het verleggen
uit elkaarwaarschijnlijk waren de menschen zeer plotseling
overleden als gevolg van de groote hitte.
Om 3 n.m. kwam bericht binnen, dat er in N.O. richten, op
3 K.M. van Sroemboeng, gewonden lagendeze werden ge
haald en per stalen veldbed doorgebracht naar Tegalsari, wat
met het oog op de mogelijkheid van een volgende lahar zonder
rust geschiedde. Met eenige andere reeds eerder te Sroemboeng
verzamelde gewonden werden de nieuw er bij gekomenen over-
577