is de korporaal niet met zooveel woorden uitgesloten, doch het wil gewenscht voorkomen voor het leger strikt vast te houden aan de benaming onderofficier). Indien beklaagde in arest is, zal hij gelijktijdig met de stuk ken onder verzekerde bewaring worden overgebracht naar het provoosthuis ter plaatse waar de A. M. resideert. Is hij niet in arrest, dan wordt hem eerst na ontvangst an een daartoe strekkend verzoek van den A. M. gelast zich naar het garnizoen, waar zich de K. R. bevindt, te begeven, althans, indien beklaagde zich bevindt in een garnizoen op Java en Madoera. Bevindt hij zich in een garnizoen buiten Java en Madoera dan geeft de P. M. C. bedoelden last tegelijk met de opzending der processtukken (De regeling vervat in de Algemeene Order 1916 No. 2 hoofdstuk I 8 (4) sub a is hiermede in de R. L. verwerkt). Ten aanzien van de informatiën in de residentie van den K. R. is imperatief voorgeschreven, dat tot commissaris wordt benoemd een officier met den rang van kapitein voor een tijdvak van ten minste één jaar, alsmede voor ten minste een gelijk tijdvak een geschikt officier tot secretaris. Ook de secretaris moet thans van een hoogeren rang, althans van een gelijken rang doch van hoogere anciënniteit zijn dan •beklaagde, zoo niet, dan dient hij tijdelijk vervangen te worden. Alvorens hunne functie te aanvaarden leggen de commissaris ■en de secretaris een eed of belofte af, tot geheimhouding van hetgeen in de informatiën te hunner kennis komt, in handen van den P. M. C. Treedt derhalve de A.M. in de residentie van den K. R. niet meer op als secretaris bij de informatiën, hij kan niettemin bij alle verhooren en confrontatiën tegenwoordig zijn, indien de com missaris hem daartoe uitnoodigt, alsook aan den commissaris nadere vraagpunten opgeven, die hij verlangt gesteld te worden waarop de commissaris naar bevind van zaken zal beschikken' Artikel 44 bepaalt, evenals het oude artikel 50, dat al zulke officier en, welke uit hoofde van hun rang niet voor een K. R. kunnen worden terecht gesteld, ook niet kunnen worden onder worpen aan een ondervraging voor den commissaris. Uiteraard zal evenals zulks tot heden geschiedde moeten worden aangenomen, dat bedoeld wordt ondervraging als beklaagde. Indien toch ondervraging als getuige niet mogelijk zou zijn, zou daardoor de voortgang van het strafproces op losse schroeven kunnen komen te staan. De commissaris zal van de in arreststelling van beklaagde na •den afloop van eenig verhoor, onmiddellijk bericht zenden aan den 589

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 35