bracht door den stand van den richtkijker en niet dien van het
stuk te veranderen.
Er is dan dus na de elevatieverandering niet nagericht, en dus
is de scheeve radstandfout e niet opgeheven. Den scheeven rad
stand zelve steeds geheel wegnemen is niet aan te bevelen, want
dan degradeeren we a. h. w. het geschut tot een verouderd type.
Verder kan tijdens het vuur de scheeve radstand weer veranderen,
de methode a is dan ook niet aan te bevelen.
Methode b. Wanneer, nadat het stuk in de richting is ge
bracht, de terreinhoek gegeven wordt, zal het hulprichtpunt uit
de verticale lijn verdwijnen als gevolg van de scheeve radstand
fout e en van /u A.
Gaan we nu narichten, dan wordt de fout van den scheeve radstand
opgeheven, maar het stuk wordt gezet in een richting welke
ju A fout is.
De eenige wijze om deze fouten te vermijden is een gunstig
kiezen van het hulprichtpunt (de plaats van het richtpunt doet
er natuurlijk niets toe).
De fouten zijn voor ieder stuk van de batterij anders, al hebben
meerdere stukken een zelfde hulprichtpunt.
Zijn hulprichtpunt en richtpunt toevallig hetzelfde, dan hebben
we dus eigenlijk de eerste richting gegeven met een scheef
richtkijkervlak, hetgeen volgens punt 13 V. R. A. niet is geoorloofd.
Staat het stuk in een bepaalde richting, richting verzekerd op
een hulprichtpunt, dan zullen bij een belangrijke terreinhoekver-
meerdering weer fouten juenA gemaakt worden, indien na die
terreinhoekverandering wordt nagericht. Dit komt nu voor bij het
vereenigen der springpunten hoog in de lucht (boven de voor
gelegen dekking der O C.). Het is dan ook gewoonte om dezen
terreinhoek, welke toch weer dadelijk teruggenomen wordt, met
het afstandswiel te geven (dit geldt dus ook voor de 7,5 cm
Vd).
Is de batterij volgens de methode b in de richting gebracht,
en II gesteld, dan staan de stukken ieder volgens een ander
bedrag fout.
Na het richtlijnen vereenigen staat de batterij fout volgens de
fout van het eerste stuk.
Nemen we nu het geval aan dat een batterij in de richting
gebracht wordt met de richtbasis, dat vuurgegevens bepaald
moeten worden en dat die gegevens overgegeven moeien worden
aan andere batterijen. Het directiestuk wordt door middel van
het in de richtbasis staande instrument van den O. C. in de rich
ting gebracht, het richtkijkervlak is horizontaal.
Wordt nu de richting verzekerd op een hulprichtpunt en daarna
de terreinhoek gegeven, waarna wordt nagericht, dan staat het
eerste stuk dus jx A uit de richting welke de vuurleider het
605