642
den kant van den weg, dan is er voor den waarnemingsvlieger zoo goed als
niets te zien, de gevechtsvlieger vindt geen loonend doel om aan te vallen,
de infanterie en de bedieningen van het geschut marcheeren rechts en links
aan den kant van den weg achter elkaar. Uitgegaan wordt van 1500 voertuigen
in de divisie (900 „Gefechtswagen", kanonnen en van den gevechtstrein; 100
van den bagagetrein; 200 in beide secties van den verplegingstrein en 300 in
voertuigen en autoco'onnes).
The Cavalry Journal. No. 162. Januari 1931. „Coordination of the attack",
generaal-majoor J. F. C. Fuller. „Het plan moet eenvoudig zijn, zoo een
voudig mogelijk, omdat, wanneer het eenvoudig is, het ook gemakkelijker
kan worden geregeld. Hoe eenvoudig het is, hangt meestal geheel af van het
aan te vallen object". „Het eerste wat moet worden gedaan is den vijand
te vinden en alles omtrent hem te weten komen, wat men kan en nooit te
vreden zijn met wat men van hem weet alsof dat voldoende is en nooit
veronderstellen dat men alles van hem weet".
„Het tweede wat beslist moet worden is waar men hem zal aanvallen en
met welke krachten". Ten derde moet de aanval worden beschermd. Elke
aanval vereischt verdediging of bescherming, de basis waar vandaan gewerkt
moet worden". „Ten slotte moet men gereed zijn voor onverwachtsche om
standigheden, daarom moeten reserves worden gevormd".
Infanteriebewapening.
Militarwissenschaftliche Mitteïlingen. Maart-Aprilnummer 1931. Die
scweren Waffen der Infanterie", luit. kolonel E. Zellner. Doel van dit opstel
is wezen, ontwikkeling, opdrachten en gebruik der zware infanteriewapenstoe
te lichten. Behandeld worden na I „inleiding": II. De zware mitrailleur en 111.
De „überschwere" mitrailleur, het infanteriegeschut en de lichte mijnenwerper.
Schr. eischt voor de infanteriecompagnie een mitrailleursectie van 2 a 4
lichte mitrailleurs, omdat de lichte mitrailleurs der sectiën, daarin behooren
en bij toebedeeling van zware mitrailleurs van de mitrailleur-compagnie, de
vuurkracht van het bataljonscommando zou worden verzwakt. „Vier gebeur
tenissen tijdens den wereldoorlog waren het, die vóór alles de constructie
van nieuwe wapens binnen de infanterie-organisatie eischten
le. de groote afstootende kracht van moderne vuurwapens en de daardoor
veroorzaakte verandering der vechtwijze
2e. de stellingoorlog
3e. de inzet van vliegtuigen als strijdmiddel en
4e. het optreden van vechtwagens.
Besproken worden de 13 en 14 mm. mitrailleurs; de 20 tot 25 mm. mitrail
leurs het 37 tot 50 mm. klein kaliber infanteriegeschut; het infanteriegeschut
met twee schietbuizen.
Mil. Wochenblatt. No 34. Maart 1931. „Der Rückstoszfanger Kossar".
kolonel A Fischer. Geeft beschouwingen over dezen nieuwen terugstootrem
die 9 kg. weegt en de spreiding van den lichten mitrailleur in belangrijke
mate beperkt, waardoor deze lichte mitrailleur, wat betreft juistheid van het
vuur op de groote afstanden, den zwaren mitrailleur nabijkomt. Het samen
stel lichte mitrailleur Z. B. 26 Rückstoszfanger Kossar weegt 18 kg., de
Duitsche zware mitrailleur 62 kg., de 0. idem 39 kg., de Fr. idem 58 kg.
Artilleriebewapening.
Militarwissenschaftliche Mitteilungen. Maart-Aprilnummer 1931. „Die
Entwicklung des Artilleriematerials seit 1914: Franzosische Eisenbahngeschütze"
majoor dr. Heigl (de laatste arbeid van den op 11/12 1930 overleden auteur).
Geeft beschrijvingen van het 320 mm. kanon M. 1870/84 en 1870/93 „sur
affüt-truck a glissement Schneider"; het 340 mm. M. 12 kanon „sur affüt-truck
St. Chamond"; „canon de 240 colonies M. 93/96 sur affüt truck St. Chamond.
Van deze vuurmonden zijn eenige gegevens