vanwaar een ruim uitzicht bestond in de richting van den krater en op de getroffen landstreek. Vooral moest daarbij het oog ge richt zijn op het diepe ravijn van de Blongkeng, waarlangs voortdurend afstortingen plaats vonden. Later werd nog een dergelijke post opgericht op den Q. Gana. Behalve het oprichten van een observatiepost, was ook noodig het uitzenden van pa trouilles en het plaatsen van posten voor doorloopende waarneming van de lahars, van welke sommige van tijd tot tijd bleken te verschuiven. Nog een gevaar dreigde. Van de door het getroffen gebied loopende rivieren was de bedding over groote afstanden vele meters opgehoogd door het neergestorte eruptiematenaal, op sommige plaatsen waren ravijnen zelfs vrijwel geheel gevuld daarmede. Bij hevigen regen, waarop in dezen tijd te rekenen viel, was stellig te verwachten, dat de rivieren buiten haar oevers zou den treden - te meer te vreezen daar de lahar nog steeds zeer heet was en het afkomende water dus van hooge temperatuur zou zijn. Een rivierbewakingsdienst moest dus mede worden ingesteld. Bij bandjir zouden mede de bruggen in den weg Magelang Diocja en in de baan van de N. I. S. groot gevaar loopenwel werden door B. O. W. en N. I. S. de noodige maatregelen ge troffen, doch militaire hulp zou ook hier onontbeerlijk blijken. Voorts diende de verbindingsdienst georganiseerd te worden. De troepencommandant liet zich telefonisch verbinden met de deta- chementscommandanten en met het vliegveld bij Magelang ver der werden de detachementen onderling telefonisch, en later ook optisch, verbonden, terwijl de detachementscommandanten mede telefonische verbinding hadden met de door hen uitgezette wac ten en posten. Na aankomst van de motorrijders werd aan eiken detachementscommandant een berichtrijder afgestaan. Voorts mjest tegen diefstal gewaakt worden. In verband met het feit dat de beschikare politie ontoereikend was, werd op verzoek'van het B. B. aan een gedeelte van de troepen eemg, nauwkeurig omschreven, politioneel werk opgedragen ter voor koming van diefstallen, a. a. Aangezien vooral lieden uit een meer noordelijk gelegen desa op roof uittogen, werd den 23sten December op verzoek van het B.B. nog een sectie infanterie uit Magelang ter beschikking ge steld Deze sectie werd geplaatst te Sawangan, met opdracht om met kleine afdeelingen te patrouilleeren in het terrein noord van de K. Pabelan in het onderdistrict Sawangan en de overgangen over die rivier te bewaken, ten einde ongewenschte elementen den toegang tot het ontruimde gebied te beletten. VOORNAAMSTE GEBEURTENISSEN. Werd in het voorgaande in het kort aangegeven hoe de orga nisatie van den militairen bijstand tot stand kwam en welke 562

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 8