645 pounder munitie); „The 18-pounder self-propelled Gun mount" 12 ton, 15 mijl per uur, motor als de Medium Tank; draagt een 18 pounder kanon, 6 man en 2 ton munitie); „The Pavesi-tractor" (in gebruik bij de Italiaansche en Spaansche legerswordt thans ook in Engeland gebouwd, voor gebruik in zeer moeilijk terrein); „The Vickers Independent (Heavy) Tank" (30 ton, 20 mijl per uur). Gasoorlog. Mil. Wochenblatt. No. 36. Maart 1931". Die chemische Kriegsindustrie bei unseren Nachbara", kapitein ter zee H. von Waldeyer-Hartz. Bevat gegevens betreffende de chemische industrieën van Frankrijk, Polen, Tsjecho-Slovakije, Rusland, Italië. „De chemische afdeeling van den Italiaanschen generalen staf bezit een eigen „Versuchsanstalt" voor strijdgassen. De regeering maakt er niet in het minst een geheim van, dat zij alles doet om het gereed zijn van leger en industrie voor den gasoorlog te verzekeren. In de Italiaansche kunstzijde industrie werken 40.000 arbeiders. De totale productie bedroeg in 1929 30 milioenen kg, zoodat ook hieraan bij mobilisatie geen gebrek te duchten is." Rook en nevel. Infantry Journal. No. 1. Januari 1931. The tactical use of smoke by the infantry regiment', majoor E. M. Almond. „Een vraag die vaak opkomt bij de beschouwing van het tactisch gebruik van rook is, in welke mate de in fanterie zich kan verlaten op de artillerie, de luchtstrijdkrachten of de chemische troepen, voor het vormen van rookgordijnen of nevel. Voor een toepassing van rook op groote schaal is de infanterie geheel afhankelijk van die hulp wapens, maar voor het gebruik in de kleine eenheden in 't geheel niet. Het is tactisch onjuist om van eenig middel afhankelijk te zijn, dat niet is een deel van het infanterie-regiment of -bataljon voor den steun van een storm- bataljon, wanneer het practisch mogelijk is een dergelijk middel op te nemen in de samenstelling van de gevechtseenheden van de infanterie. Alle voorname gevechtsmiddelen moeten zijn opgenomen in het infanterie-bataljon wanneer die opneming niet de gevechtskracht van dat onderdeel ongunstig beïnvloedt". Schr. toont dan het noodzakelijke aan van het hebben van rookmaterialen als integreerend deel van de gevechtseenheden der infanterie en bespreekt het tactisch gebruik van dat strijdmiddel. In no. 2 (Februari-nummer) van hetzelfde tijdschrift komt voor het ver volg van het artikel, waarin we o.a lezen „Het grondbeginsel van het tactisch gebruik van rook is dat van het ont zeggen aan den vijand van gericht vuur of waarneming of van beiden, zon der dat de actie der eigen troepen daardoor zou worden belemmerd". „Het in te nevelen object moet bedekt worden met een wolk van rook, die twee a drie maal zoo groot is als het object zelf". „Een werkzaam rook scherm door middel van rookkaarsen vereischt minstens 500 kaarsen voor een kleine operatie". „Eenig idee kan worden verkregen van het totaal van het benoodigde materiaal wanneer we vaststellen dat, om een strookte vernevelen van 2000 yards frontbreedte (bedenken we dat het scherm twee a drie maal de grootte heeft van het te vernevelen object) bv. het front van een aanval lend bataljon (450 a 800 yards)worden vereischt 12.000 kaarsen, 180 tot 200 man om het scherm te onderhouden en de noodige aanvoermiddelen, om het materiaal voorwaarts te brengen ten einde het scherm gedurende twee uren in stand te kunnen houden". Besproken wordt het gebruik van rookhand- en geweergranaten en mor tieren, terwijl na eenige opgaven de schr. concludeert tot de noodzakelijkheid van de kennis van het tactisch gebruik van rook voor alle infanterie-officieren van beter materiaal en de mogelijkheid dat rook de uitwerking van mitrailleurs in een volgenden oorlog wel eens belangrijk kan verminderen. Organisatie. Mil. Wochenblatt. No. 31. Februari 1931. „Organisationsanderungen im französischen Heere? Bespreekt de reorganisatie van het Fransche legerende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 91