648 De generaal von Falkenhayn evenmin als de generaal von Moltke heeft niet die „goddelijke vonk" die de generaal von Schlieffen in den waren stra teeg „ontdekt". Betreffende het idéé van Ludendorff, eind 1917, voor het groote offensief, welke idee was: „Den vijand in het Westen beslissend slaan met alle be schikbare krachten om hem te vernietigen vóór het ingrijpen der Amerikanen" zegt schr.„Het idéé zou juist zijn geweest, indien alle beschikbare krachten tezamen zouden hebben gevormd „des forces suffisants", maar we zullen zien dat zij niet in overeenstemming waren met het gestelde doelslechts een voorafgaande afrekening op de oostfronten zou de noodige krachten hebben kunnen verschaffen". „De begindwaling is ernstig: zij verklaart grootendeels de strategische mislukking. En had de chef overigens zelf wel vertrouwen in het succes toen hij schreef weliswaar te laat: „Welk resultaat zouden we bereiken Het front doorbreken en aldus komen tot een grootsche operatie dat zou geheel onzeker blijven". Kustverdediging. Coast Artillery Journal. No. 1. Januari 1931. „The role of seacoast for tifications" brigade-generaal S.D. Embrick. Van tijd tot tijd verschijnen sinds den wereldoorlog publicaties, welke twijfel uitspreken of althans op peren omtrent kustversterkingen. Dit gaf schr. aanleiding te vragen welke de bijzondere eigenschappen zijn die aan kustversterkingen in vroegeren tijd zoo'n bijzondere en belangrijke rol gaven. Is die rol alleen zoodanig gewor den als antwoord op de theorieën van deskundigen, onder wie Mahan de meest bekende is; zouden die theorieën nu hebben afgedaan in het licht van meer recente gebeurtenissen en ontwikkelingen De zee zal blijven „the world's major highway". Ernstige aanvallen kunnen ons alleen bereiken van overzee, dus zullen onze „sea-frontiers" blijven onze „critical frontiers". Bij ons vervullen de kustversterkingen tot meer dan normalen graad een onmisbare rol, door onze belangrijke kuststeden en havens te beschermen tegen een aanval van uit zee. Want daarmede dienen ze niet alleen het on middellijke doel, maar dat doel, dat van grootere beteekenis is van breeder standpunt der nationale defensie bezien, n). dat van bevrijden van onze mo biele strijdkrachten te land, ter zee en in de lucht, voor de vervulling van hun eigen taak". Algemeen. Militarwissenschaftliche Mitteilungen. Maart-Aprilnummer 1931. „Neuzeitliches Heereswesetï', kolonel A.v. Wittich. „De onderlinge verhouding van land- en maritieme bewapeningen, het verband dat bestaat tusschen mi litaire en marine-oorlogsvoorbereiding, het overeenstemmen van de land- met de marine-operaties, al deze en dergelijke vragen vonden slechts nu en dan een werkelijk diepere aandacht en eenzelfde behandeling in den zin van mi litaire studies in tijdschriften. Over het geheel was de landoorlog het gebied van den „soldaat", de zeeoorlog dat van den „matroos". „Ook hier heeft de wereldoorlog tot rechtzettingen en tot vernieuwing van oude waarheden, zoowel als tot verzamelen van nieuwe ervaringen geleid". Na gewezen te hebben op de tegenwoordige drie-indeeling (land-, zee- en luchtmacht) van een weermacht, waarvan de samenstellende deelen zoodanig in nauw verband met elkaar staan, dat slechts van één leiding van het geheel sprake kan zijn, worden de weermachten van Engeland, de Vereenigde Staten van N. A. en Rusland besproken, mede ter beantwoording van de vraag „Waar ligt het zwaartepunt in de weermacht van een bepaalden staat?" Het artikel wordt vervolgd. U.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 94