3. EENIGE BESCHOUWINGEN OVER HET RICHTEN MET
SNELVUURGESCHUT INDIEN HET
RICHTKIJKERVLAK HELT
door
J. J. CROESE,
Eerste Luitenant der Artillerie.
(Met 9 figuren achterin dit nummer).
Het richtkijkervlak kan hellen
le. door de aanwezigheid van een scheeven radstand, welks
invloed niet is uitgeschakeld door het laten inspelen der
dwarse luchtbel
2e. na het geven van een gecommandeerden terreinhoek (de in
richting bij de 10,5 cm Hw. buiten beschouwing gelaten).
(In het ondervolgende worden de normale terreinhoek- en
hoogterondselstanden O genoemd).
Hieronder worden beide gevallen gescheiden behandeld,
terwijl ter vereenvoudiging van de beschouwingen en tee-
keningen het scheef staan van de gebogen opzetstang voor
het automatisch geven van de correctie derivatie buiten
beschouwing wordt gelaten.
A. Fouten als gevolg van het niet uitgeschakeld
ZIJN VAN EEN SCHEEVEN RADSTAND.
I. Indirecte richting.
Zij in figuur 1 PAQD het vlak van den richtkijker,
scheeve radstand O, dus horizontaalAD de nullijn in
dat vlak.
De vuurleider zal, om de nullijn in de gewenschte rich
ting te brengen de hoek commandeeren waarmede ge
richt moet worden op een richtpunt R. Hij zal daartoe
commandeeren den hoek DOB', welke in absolute waarde
gelijk is aan den hoek BOA. (dergelijke vervangingen
zullen hierna stilzwijgend plaats vinden, daar de be
schouwingen er door vergemakkelijkt worden en ze aan
de wiskundige waarde niets afdoen).
We zien verder in de figuur, dat ROB den terreinhoek
voorstelt naar het richtpunt, welke bij het stuk als hoog-
597