628 5. TACTIEK EN BEVELVOERING IN KLEIN VERBAND. TOEGEPASTE STUDIE door R. B. VAN DIJKEN en C. G. J. TEERINK, Kapiteins der Infanterie. (Zie I.M.T. 1931 No. 4 (kaart), 5 en 6.) UITWERKING II. Vervolg. Voorposten.) 2.24 n.m. is de Voorposten C. terug op zijn C. P. C. Co-groep toont hem het afschrift, dat hij genomen heeft van het be richt van C. 1-1 H.R.C. (zie Vraag II, blz. 462) en meldt namens C. Ver bind. br., dat de lijntf. ploeg van de Verbind, sie is aangekomen. De oudste Bat. arts adviseert over te treffen hygiënische maatregelen. De ondercommandanten zijn aanwezig en worden begroet met„Mijne Heeren, het is 2 uur 26", waarna Majoor B. het volgende begint te dic- teeren VOORPOSTEN PATROL 2, 2-l-'31, 2.43 n.m. No. 3 BEVEL voor het betrekken der Voorposten, f) 1. Vijand en eigen troepen. Onze Cav. en Wr. verdreven 1.30 n.m. zwakke Roode Cav. patr. uit LIMOESBOENDER (PI. 42/3). Uit het hooge ter rein Z. van den marschweg werden tot 1.45 n.m. geen troe pen gaande in ZW. richting langs den marschweg en in de naaste omgeving daarvan waargenomen. 2. Het Detachement legert in TJIPARAJ en om geving met de oorspronkelijke voorhoede (min de genie) op voorposten O. van de TJI TAROEM. Het voorhoedever- band is opgeheven. 3. Taak van de Voorposten. (Als laatste lid punt 3 „De bruggenvan DET. BEVEL No. 3). 4. Uitvoering. Voorpostendetachementen No. 1 LEUWINANGGOENG en RPM (MANTRITJINA), 1 sie 4e ciebrengt k. m. vuur voor O. rand MA- DJALAJAdoet verkennen of de brug over de TJI f De in het bevel voorkomende plaatsen (terreindeelen of -voorwerpen) worden z. v. m. in het terrein aangewezen of aangeduid, is dit ook met een kleine verplaatsing niet mogelijk, dan wordt z.n. de richting, waarin genoemde plaatsen enz. liggen, aangewezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 74