len te voorzien. Hierbij heb ik het oog op een combinatie van het bij de defensiegrondslagen 1930 voor T. en B. bestemde vliegtuigtype van éénzits-jachtvliegtuigen en de door den Kapt. Kengen voor dit doe! uitgekozen lichte bommenwerpers. Het komt mij overbodig voor t.o.v. de tweede mogelijkheid n. 1. de actie tegen een poging om onze olievoorraden enz. te T. en B. te vernietigen, aan te toonen, dat een combinatie van jagers en lichte bommenwerpers meer succes belooft dan een organisatie van uitsluitend lichte bommenwerpers. Moeilijker valt te bewijzen, dat genoemde combinatie in dit speciale geval voor het genoemde doel beter is dan een uit rusting van uitsluitend jagers hoewel laatstgenoemde type hèt wapen is tegen een luchtaanval, waarmede de beoogde vernietiging van de te T. en B. te verdedigen objecten waarschijnlijk onder nomen zou worden. Voorloopig kan ik mij de moeite om deze schijnbare contra dictio terminis te verklaren besparen, daar dit artikel alleen bedoeld is om inplaats van een uitrusting met uitsluitend bom menwerpers de toevoeging van jagers te bepleiten. Daar de Kapt. Kengen zich op het standpunt stelt dat wij bij de keuze van luchtstrijdkrachten voor T. en B. alléén reke ning moeten houden met het geval, waarin door een der in den Pacific strijdende machten gepoogd wordt zich meester te maken van onze olievoorraden en installaties teneinde die ten eigen bate aan te wenden, zal ik om hem en andere voorstanders van uitsluitend lichte bommenwerpers te kunnen overtuigen dus moe ten trachten aan te toonen, dat ook voor d i t doel de genoemde combinatie beter of althans evengoed is, als de eenzijdige be wapening met lichte bommenwerpers. Zelfs als ik er slechts in slaag te bewijzen, dat de combinatie zooal niet beter, dan toch even goed is voor deze doelstelling acht ik mij gelukkig, daar de combinatie voor de andere, reeds boven genoemde en door Kapt. Kengen niet in beschouwing genomen doelstelling (de actie tegen vernietiging onzer voorraden enz.) nm.m. in elk geval beter is. Teneinde het genoemde bewijs te leveren lijkt het mij het beste de bovengenoemde argumenlatie te volgen en de punten aan te stippen waar n.m.b.m. het door den Kapt. Kengen be oogde doel evengoed of beter door de voorgestelde combinatie bereikt kan worden. In lid 2 van blz. 241 wordt gezegd, dat het door ons met de verdediging van T. en B. beoogde doel n.l. te beletten dat eeni- ge belligerent beslag legt op de olievoorraden en vindplaatsen, evenzeer bereikt wordt wanneer deze vernietigd worden, onver schillig door wie die vernietiging plaats heeft. Hoewel hier de tweede doelstelling weer behandeld wordt en als zoodanig dus buiten beschouwing zou kunnen blijven, moet toch even gepro- 662

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 14