Voor de actie tegen de in lid 2 van blz. 242 behandelde vij
andelijke luchtverkenning, die weliswaar in verband met het te
verwachten vliegtuigtype bij den tegenstander ook door moderne
lichte bommenwerpers is te voeren, beteekent een combinatie
met jagers, een enorme verhooging onzer gevechtskracht, die wij
temeer noodig hebben in verband met onze zeer waarschijnlijke
numerieke minderheid.
De op blz. 243 besproken moeilijkheden om te voorzien in
een behoorlijken luchtwaarschuwingsdienst mogen m i. er niet
toe leiden om van jagers af te zien daar hun tijdige inzet niet
gewaarborgd is. In elk geval zal tegen een luchtbombardement
toch geageerd moeten worden. En als de inzet der jagers door
den onvolledigen waarschuwingsdienst te laat komt, dan zullen de
lichte bommenwerpers met hun geringer stijgvermogen zeer zeker
te laat komen, nog afgezien van het verder verloop van het lucht
gevecht, waarin onze moderne jagers uit den aard der zaak een
veel afdoender resultaat zouden bereiken dan dito lichte bom
menwerpers.
Op blz. 244 en 245 worden de voordeelen besproken van lichte
bommenwerpers teneinde daarmede een z. g. offensieve verdedi
ging te voeren. De daar genoemde voordeelen zijn inderdaad
groot en nopen dan ook om af te zien van een formatie uit
sluitend uit jagers bestaande, waarmede de beschreven verrichtingen
niet uitgevoerd zouden kunnen worden.
Wel is hetzelfde echter te bereiken met een combinatie en
wellicht zelfs nog in betere mate.
Bij het bombardement van vijandelijke schepen op zóó grooten
afstand, dat de jagers door hun beperkte actie-radius daaraan
geen deel kunnen nemen zou de luchtvaartcommandant te T. en
B. naar alle waarschijnlijkheid tóch niet alle beschikbare toestellen
inzetten, ook al waren het alle lichte bommenwerpers en dus
voor die taak berekend. De gecombineerde samenstelling biedt
in dit opzicht dus geen enkel bezwaar. De lichte bommenwerpers
vliegen uit om de vijandelijke schepen te bombardeeren en de
jagers blijven achter tot directe beveiliging van het te verdedigen
object.
Oppervlakkig beschouwd moge dit achterhouden van een ge
deelte der toestellen overbodig lijken in verband met den grooten
afstand, waarop zich de vijandelijke vloot bevindt, maar wie
garandeert ons, dat de vijand niet dezelfde plannen koestert als
wij en tegelijk met ons een luchtbombardement voorbereidt het
zij op civiele hetzij op militaire doelen. Rekening houdende met
deze mogelijkheid zouden wij dus ten allen tijde een gedeelte
der vliegtuigen moeten achterhouden. Als die achtergebleven
vliegtuigen dan jagers in plaats van bommenwerpers zijn, wordt
onze positie hierdoor ongemeen versterkt.
Bij eenzelfde actie als bovenomschreven op korteren afstand van
T. en B., waarbij dus onze daar aanwezige luchtmacht eventueel
664