3. DE HOOGERE KRIJGSKUNDIGE VORMING VAN
OFFICIEREN EN DE DETACHEERINGEN.
door
J. J. M. R. SANDBERG.
Eerste Luitenant der Artillerie.
Inleiding.
De hoogere vorming van officieren is geregeld bij A. O. 1892
No. 10. Uit deze order blijkt, dat genoemde vorming plaats heeft
eenerzijds door het volgen van de studiën aan de Hoogere Krijgs
school (H. K. S.), anderzijds door middel van detacheeringen bij
wapens en diensten.
De opleiding aan de H. K. S. thans onbesproken latende, willen
we ons bepalen tot een nadere beschouwing van de detacheeringen.
Waar de regeling van de detacheeringen dateert van vóór den
oorlog en sindsdien, in hoofdzaak, onveranderd is gebleven, moet
reeds dadelijk de vraag worden gesteld of de wijze van deta
cheering nog wel in overéénstemming is met de hedendaagsche
eischen, die de ontwikkeling van techniek en tactiek aan onze
toekomstige leiders stelt.
Een critisch onderzoek van de zaak, waar het om gaat, zal
ons het antwoord op de vraag moeten geven en ons tevens z.n.
de middelen aan de hand moeten doen om verbeteringen te
kunnen aanbrengen.
Bestaande regeling van de detacheeringen.
Voor wat betreft de detacheeringen in Indië worden de wijze
en den tijdsduur daarvan in meergenoemde A. O. (Ie Afdeeling,
ad VI) bepaaldelijk voorgeschreven v. w. b. die in Holland is
slechts bepaald, dat de detacheeringen moeten vallen in het tijd
perk van 1 Mei tot 1 November van het le en 2e studiejaar en
voorts dat de officieren niet 2 maal bij een zelfde wapen, stelling,
onderdeel of inrichting mogen worden gedetacheerd (Ie Afdeeling,
ad I; le en 3e hoofdstuk).
De wijze van detacheering, met name bij welk onderdeel en
voor hoe lang, wordt in Holland vastgesteld en is voor de Hol-
667
(1) M d. v dat de Commandant van het Leger bevoegd is den in de A.
O. genoemden tijdsduur zoo noodig of wenschelijk te verlengen of te
verkorten.