Ter voorkoming van misverstand zij reeds dadelijk vooropge steld dat wij een verblijf bij de Nederlandsche Infanterie zeer zeker nuttig en dus gewenscht achten. ■wdf P* 1892 No< 10' Ie AfdeeIing ad VI, is bepaald, dat de met tot de Infanterie behoorende officieren na het voltooien hunner studiën aan de H. K. S. voor 3 maanden bij de Infanterie zullen worden gedetacheerd. De practijk nu geeft aan dat bedoelde officieren of in de Buiten gewesten, met name in Atjeh, worden gedetacheerd öf bij de Infanterie op Java. Wij zijn van meening dat deze oplossing minder juist is. De tacheering in Atjeh en detacheering op Java zijn beide zeer nut tig, doch in wezen geheel verschillend. Niet gaarne zouden wij de kennismaking met „Kromo buiten" willen missen voor onze a s. aanvoerders en stafofficieren, waar toch het leven „buiten" voor het karakter van onze Infanterie van zoo doorslaggevende beteekenis is en steeds een belangrijk deel van ons leger zijn taak in de Buitengewesten vervult Door een kort verblijf „buiten" wordt althans eenig idéé ver kregen van het postenleven, terwijl tevens waardeering wordt gewekt voor hetgeen daar in allen eenvoud door officieren en manschappen wordt gepresteerd. Het opdoen van krijgservaring zal helaas tot de groote uitzon deringen behooren, doch ook zonder dezen factor bepleiten wij krachtig de handhaving van de detacheering in de Buitengewesten Onjuist echter achten wij het officieren, die 3 maanden in Atjeh geweest zijn, met meer met de Infanterie op Java te doen ken- nismaken, aangezien laatstbedoelde detacheering een geheel ander karakter draagt. Zij toch komt in de eerste plaats aan de tactische ontwikkeling van de betrokken officieren ten goede; de detacheering „buiten" daarentegen is in dat opzicht van geen belang. Wel worden alle niet-Infanterieofficieren in Holland bij de Infanterie gedetacheerd, maar de Nederlandsche voorschriften, organisatie, terrein en omstandigheden zijn zóó verschillend van de Indische, dat een detacheering in Holland nooit in de plaats kan treden van een dito in Indië. Onze conclusie is dan ook dat detacheering in Indië en in de buitengewesten en op Java als een vereischte moet worden be- schouweIvoor eerstgenoemd geval ware de termijn van 3 maanden te handhaven, voor laatstgenoemd geval achten wij een tijdperk van 2 maanden, mits gekozen in een gunstig oefeningsstadium, voldoende. Detacheering bij de artillerie. Bepalen wij ons ook hier tot de detacheering in Indië, dan gaan wij daarmede in hoofdzaak accoordminder gewenscht is 670

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 22