Legercommando Geith van Wijk de Indische leerlingen van de
H. K. S. niet meer te detacheeren bij korpsen en leercentra in
Nederland, doch hen instede daarvan te laten reizen in Frankrijk
en Engeland, uitsluitend om de betrokken taal beter te leeren
kennen (geen militaire studiereizen).
O. i. ligt de juiste weg ook hier in het midden. Het kan niet
worden ontkend, dat het Nederlandsche officierskorps weten
schappelijk op een zeer hoog peil staat, terwijl op het gebied
van materieeluitrusting en van voorschriften het Indische leger
in vele gevallen bij het Nederlandsche ten achter staat.
Daartegenover staat echter dat in Holland vele maanden van
het jaar noodwendig moeten worden besteed aan elementaire
recrutenopleiding, in welke periode voor oefeningen, zelfs van
bescheiden omvang, geen gelegenheid is, zoodat er dan voor de
Indische officieren weinig te leeren valt.
Waar als gevolg van het bestaande vóóroefeningsinstituut bij
de Infanterie vóór half Juli bijna geen menschen onder de wapens
zijn en wij ook bij de Cavalerie de ondervinding opdeden, dat
de maanden vóór Augustus besteed werden aan zuivere recru-
tenafrichting (3), zouden wij met het oog daarop de detacheering
bij de Infanterie, Artillerie en Cavalerie willen beperken tot de
maanden Augustus en September.
De daardoor vrijkomende tijd kan zeer nuttig besteed worden
door gebruik te maken van den hooger genoemden technischen voor
sprong van het Nederlandsche Leger noemen wij slechts het
in Holland reeds ingevoerde Infanteriegeschut „Stokes-Brandt
de mitrailleurs met vergroot kaliber, luchtdoelmitrailleurs tot
verhooging van de kennis en tot verruiming van den blik van de.
Indische leerlingen van de krijgsschool.
Waar de omvang van de moderne techniek en de verscheiden
heid van het materieel ook in het militaire specialisatie
noodzakelijk maakt, doet zich de vraag voor welke wij be
vestigend zouden willen beantwoorden of het niet gewenscht
is ook voor a. s. aanvoerders en stafofficieren een zekere beper
king in acht te nemen.
Deze specialisatie zal er bv. toe moeten leiden bij de lucht
doelartillerie in Holland in afwijking van het bestaande stelsel
alleen artilleristen en geen niet-artilleristen te detacheeren, omdat
eerstgenoemde officieren in staat zullen zijn, zoowel als tacticus
als als artillerist, voordeel uit die detacheering te trekken, terwijl
dit voor niet-artilleristen in veel mindere mate het geval zal zijn,
673
Zie Zestig jaren hooger militair onderwijs" door W. E. van Dam van
Isselt, O.V.K. 1927—1928, Ve Aflevering.
(2) Waarmede wij allerminst willen zeggen dat de omstandigheden hier
het zouden veroorloven die zaken maar klakkeloos over te nemen.
P) Voor de artillerie is de toestand waarschijnlijk dienovereenkomstig.