uitgedrukt. Zou von Schlieffen, van plan zijnde om een algemeen offensief tegen het Narew-leger te ondernemen, Conrad ook hebben laten geruststellen met de woorden „maatregelen zijn ingeleid om de Zuidgroep aan te grijpen"? Nadat von Fleischmann het telegram van 1.45 nm. had afge zonden, kwam de naar het Iste Res.-Korps gezonden Ritmeester von Amsberg terug met gunstige berichten over den toestand bij dit korps. Von Amsberg schrijft over zijn terugkomst bij het leger- commando: „Als ich die von mir gemachten günstigen Wahrneh- mungen geschildert hatte, fragte der Chef des Stabes, General- major Graf Waldersee, sichtlich erstaunt, ob bei den kampfenden Truppen keine Vermischung der Verbande, keine Unordnung und Niedergeschlagenheit zij*bemerken gewesen ware, ob ich nirgends Anzeichen von Panik beobachtet hatte. Auf meine Verneinung liess er die anderen Generalstabsoffiziere hereinkommen, denen ich das Wesentlishe aus meiner Meldung wiederholen musste. Dann wandte er sich zu diesen mit den Worten „Ja, w e n n das so is t, dannkönnenwir doch an die offen sive nach Siiden denke n". Na al het voorgaande meen ik nog steeds te mogen vasthou den aan hetgeen ik schreef op blz. 1086 in I.M.T. 1930, No. 11: „Uit het verloop der gebeurtenissen blijkt veeleer, dat de Opper bevelhebber eerst nd het ingrijpen van de O.H.L., aanvankelijk nog aarzelend, de gedachte van een algemeen offensief overneemt D. De terugtocht van I Res.-Korps en XVII L. K. Ten slotte nog een enkele opmerking naar aanleiding van het geen Overste Slothouber onder punt 39 op blz. 492 van het Juninummer schrijft. Ik blijf van meening, dat uit de voor bovengenoemde korpsen bevolen marschrichting de dubbele omvatting van Tanr.enberg niet had kunnen ontstaan daarvoor lagen de einddoelen te ver in westelijke richting en tevens te veel naar het Noorden. Overste Slothouber bestrijdt deze meening in 4 punten op blz. 493; deze 4 punten slaan evenwel op den toestand, zooals men dien zag in den avond van den 20sten Augustus, terwijl ik de vraag „Had hieruit de dubbele omvatting van Tannenberg kunnen ontstaan stelde naar aanleiding van de marschdoelen, welke opgegeven werden in het bevel van den 21 sten 's avonds! Natuurlijk kon men den 20sten 's avonds nog niet denken aan een afmarsch in zuidelijke of zuid-westelijke richting. Den21sten 's avonds was de toestand evenwel geheel anders en veel gun stiger. De troepen hadden zich in den nacht van 20/21 zonder ernstige moeilijkheden van den vijand losgemaakt; zij trokken den 21sten terug zonder door de Russen gevolgd te worden. Von Schater in D.B.O. 1927, No. 18. Spatieering van mij. M. 682

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 34