Doch de andere, de ichhafte opvoedster, zegt: „wat lief,
dat je zoo alleen zit te spelen en wat knap, dat je dat
heelemaal alleen kunt maken, en ze gaat bij het kind zitten,
speelt mee en vertroetelt het.
Deze moeder maakt een principieele fout. Niet het bouw
werk is het voornaamste, doch het zoet zijn en de knapheid
van het kind; het gepresteerde wordt bijzaak; het gedrag
van het kind hoofdzaak. Het kind zal in den vervolge niet
meer met zijn bouwdoos spelen om te spelen, doch het doel
van het spelen wordtde lof van de moeder. Dat wil zeg
gen, het kind wordt ichhaft.
Een ander voorbeeld. Elk kind krijgt op een bepaald
oogenblik in zijn ontwikkeling de voor hem onverklaarbare
drang om te gaan staan en te gaan loopen. Sommige moeders
zullen het kind een koekje voorhouden en het kind zal
probeeren dit te veroveren. Doch nu loopt het kind niet
meer uit innerlijke en onbegrepen drang, dus om te loopen
(en dit is sachlich), maar om het koekje d.w.z. ter bevrediging
van zijn eigen persoonlijke gevoelens en dit is ichhaft.
IV. Nu U de begrippen ichhaft en sachlich aanvoelt, durf ik U
wel een militair voorbeeld te geven.
Een meerdere, die zich beleedigd voelt en zich opwindt, om
dat een mindere hem niet groet is ichhaft. Het doet er niets toe of
die opwinding als boosheid naar buiten komt of als onderdrukte
toorn verwerkt wordt, het feit alleen, dat hij de overtreding voelt
als een kwetsing van zich zelve, is ichhaft.
De sachliche begrijpt, dat het niet is de persoon van den
meerdere, voor wien de militaire groet gebracht wordt, doch de
rang en dat het dus gaat om de handhaving van de in het Leger
onontbeerlijke discipline.
Ja, zelfs, indien een meerdere de overtuiging zou bezitten, dat
hij niet gegroet werd met de besliste bedoeling van den mindere
om hem persoonlijk te grieven, dan nog mag dit niet als een
beleediging gevoeld worden, omdat niet belangrijk is het willen
kwetsen van den persoon van den meerdere, doch wel het op
zettelijk niet groeten van een meerdere in rang.
De mindere zal onbewust moeten voelen, dat zijn meerdere
zoo sachlich is, dat deze door een dusdanig vergrijp eenvoudig
niet te kwetsen valt, omdat hij elke overtreding zal kunnen zien,
als een benadeeling van het algemeen belang.
Indien ik na deze voorbeelden tot een nadere omschrijving
tracht te komen der begrippen ichhaft en sachlichdan is het
doel van elke ichhafte handeling gericht op het eigen iken het
doel van elke sachliche handeling op de wereld (die ook de
blokkendoos van het kind kan zijnik bedoel dus met wereld
het andere dan het ik), of meer wetenschappelijk het doel van
elke ichhafte functie is de dienst aan het subject, het doel van
elke sachliche functie is de dienst aan het object.
652