2de Maand. Aantal. Vlieguren. Individueele oefenvluchten (kunstvluchten). 8 4 Kompasvliegen4 4 Blindvliegen.4 2 Steken op gronddoelen (met mitrailleur-camera) 4 2 Richtoefeningen met de mitrailleurcamera. 4 2 Overlandvluchten4 6 Nachtvliegen4 2 Totaal 32 22 3de Maand. Aantal. Vlieguren. Individueele oefenvluchten (kunstvluchten) 8 4 Landingsproeven5 Landen op verschillende terreinen 4 4 Individueel gevecht bij dag4 2 Bommenwerpen met oefenbommen 4 2 Verkenningsvluchten4 6 Individueel gevecht bij nacht 4 2 Totaal 33 21 Bovendien; Seinen met de lamp. Seinen van radioberichten. B. Oefeningen op den Grond. 1. Mitrailleurschieten. 2. Pistoolschieten. 3. Seinen met de lamp. 4. Seinen van morseteekens. II. Oefeningsschema voor de patrouille. De patrouille is de gevechtskern van de Afdeeling. De geoefend heid van de patrouille is dus van het hoogste belang voor het succesvol uitvoeren van de taak, welke in oorlogstijd aan de Afdeeling zal worden toebedeeld. De patrouille moet een zoodanige eenheid vormen in de hand van den Patrouilleleider, dat alle vereischte bewegingen kunnen worden uitgevoerd, zonder dat het verband in de patrouille ook maar eenigszins verloren gaat. Bovendien moet op elk gewenscht moment een vuurkracht worden opgebouwd, zoodat door haar vuurconcentratiƫn groote materieele en moreele uitwerking op het doel is verzekerddaarbij moet zoowel door het verras sende van den aanval als door verspreiding van de geboden doelen, de verdediging van den vijand worden gedesorganiseerd, terwijl bij een aanval van een formatie vijandelijke luchtstrijd krachten onmiddellijk de gesloten formatie moet kunnen worden hersteld. 698

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 50