707 Hij draagt den luitenant-adjudant op, overleg te plegen met den oudsten Bat. arts betreffende de uren van ziekenrapport voor alle in het gebied der voorposten legerende troepen, en om den Det. C. te berichten omtrent den toestand, zoodra bekend is, dat de vp. detn hun plaatsen hebben ingenomen. Hierna begeeft Majoor B. zich met den C. l/a 1 M. en twee rijwielordon nansen langs de vp. detn, volgorde 1, 2, 3, vermoedelijk terug op de C. F. 4.30 n.m. Toelichting: Bat. arts en C. Verbind, br. houden zich ook uit zich zelf op de hoogte van den toestand, evenals C. pel. M. aangezien zij ook „buitenwerk" hebben, zullen zij echter lang niet altijd op de C. P. aanwezig zijn. Zijn zij daar wèl, dan kunnen zij dikwijls den luitenant-adjudant be hulpzaam zijn bij het bewerken van bevelen. Het tijdstip van overgang van dag- en nachtdienstdat ook door den Det. C. had kunnen worden vastgesteld is zoo gekozen, dat de daarvoor te treffen maatregelen in verband met het jaargetijde-nog bij daglicht plaats kunnen vinden overigens zoo laat mogelijk met het oog op de aflos sing der wachten etc., daar de voorposten immers niet vóór 3-1-31, 6 v.m. afmarcheeren. Voor de verbinding tusschen hoofdmacht en voorposten zie A. V. D. 92, 102/3 voor de interne verbindingen A. V. D. 104. Kort na 3-1-31, 5 v.m. kunnen troepen van de tegenwoordige hoofdmacht het legeringsgebied van de voorposten passeeren ook de Cav. en Wr. zul len dan wellicht van de wegen gebruik moeten maken. Deze moeten op dat uur dus vrij zijn van voertuigen. Het aantal voertuigen, dat zich gelijktijdig over de wegen zal verplaatsen is zoo gering, dat ter regeling van het verkeer geen circuit behoeft te worden aangegeven. Waar te voorzien is, dat geen belangrijke verliezen zuilen worden geleden op 2-1-31, is er geen reden de Hp. V. P. reeds op te richten (Vgl. O. V. G. D. I, 35, 36 en Noot bij 38). Ziekenrapport zie O. V. G. D. 1 18. Cav., Wr. en genie beschikken niet over een eigen officier van gezondheid (O. V. G. D. I, Bijlage 1). De noodzakelijkheid van het voortdurend zenden van berichten behoeft niet verder te worden betoogd. Bij zijn bezoek aan de vp. detn controleert de VoorpostenC. de getroffen maatregelen in het bijzonder besteedt hij aandacht aan den toestand van den troep (legering, stemming, verpleging), de maatregelen ter rechtstreek- sche beveiliging, de regeling van het infanterievuur, waarbij hij zich t.a.v. de mitrailleurs laat bijstaan door C. pel. M., de verrichte versterkingskun- stigen arbeid, w.o. de versperringen tegen paw., en de dekking tegen zicht van den grond en uit de lucht. (Vgl. A. T. V. VII, 125, 214, 71 e.v., 40, G. V. I. 171, 179(2) (3), 197(1)). De versperring tegen paw. bij de brug is geheel afgewerkt, die bij vp. det. No. 2 wordt door de infanterie voltooid bij vp. det. No. 3 is voorloopig nog slechts een vluchtige versperring aangebracht. Herkenningsteeken en woord geeft Majoor B. mondeling uit aan de Cu der vp. detn. Hij overweegt de mogelijkheden van het optreden der vp. res. en bezich tigt daartoe de bruggen bij vp. detn 1 en 3 bij de laatste treft hij 4.15 n.m. den C. der sie Genie, die verzekert deze brug voor het invallen van de duisternis geschikt te zullen maken voor draagpaarden. Vluchtige verkenning van de TJI TAROEM bij RPM. geeft den indruk, dat deze rivier in het vak der voorposten inderdaad niet doorwaadbaar is, hetgeen door meldingen der Cn van de vp. detn bevestigd wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 59