En indien ik een Nederlandsch klinkende vertaling tracht te geven, dan is ichhaft niet egoïstisch, doch egocentrisch en sachlich niet altruïstisch, doch alterocentrisch. De vraag, die zich nu voordoet is, op welke wijze moeten we onze militairen opvoeden, zoodanig, dat naast een aanvoelen en begrijpen en daardoor zich lijdelijk onderwerpen aan de krijgs tucht, niettemin een karaktervorming (of hervorming) plaats heeft, welke niet als grondslag heeft de kadavergehoorzaamheid, doch mogelijkheden open laat tot, zij het ook beperkte, zelfstandig heid Een zelfstandigheid dan, gedragen door verantwoordelijk heidsbesef, waardoor het mogelijk zal zijn, dat in oogenblikken van nood de aanvoerder ook zit in den troepal is dat dan ook latent, indien de nood niet dringt. Ik behoef U niet met voorbeelden aan te halen, hoe ook het sterkst gedisciplineerde leger faalt in den strijd, indien niet de geest aanwezig is, die noodig is voor elke daad, welke opoffe ringen vordert. Ik geloof, dat na al het voorgaande de oplossing der gestelde vraag eenvoudig is: opvoeding tot sachlichkeitvermijden of zelfs vernietigen der ichhaftigkeit. Zoo ergens, dan zal in 't Leger niet het ego op den voorgrond treden, maar het altero, niet het eigen lieve persoontje van den militair zelve, doch het algemeen belang. Als zoodanig is de militaire organisatie met zijn gelijkheid der ranggenooten, met zijn rechtvaardige, doch bindende voorschriften, waarin niet alleen plichten, doch evenzeer rechten vastgelegd zijn, bij uitstek ge schikt tot een sachliche opvoeding. Doch dit is slechts een verschuiven der vraag. Aannemende, dat een sachliche opvoeding noodzakelijk is, wordt nu de vraag: hoe voeden we op tot sachlichkeit? Doch alvorens deze vraag te beantwoorden een opmerking. Indien ik spreek over ichhafte en sachliche opvoeding, zoo be- teekent dit, dat de resultaten der opvoeding zich zullen afspie gelen in het karakter van den pupil, dat dus ontstaat een ichhaft of sachlich karakter. Terecht vraagt U: wat is dan precies „karakter"? We weten het allen zonder definitie en ik zal me er ook niet aan wagen. Doch een nadere begripsomschrijving is wel noodig. Onze dagelijksche levensuitingen, de verhouding van een mensch tot zijn omgeving, zijn reactie op gebeurtenissen hemzelve of anderen betreffende, dat zijn de feiten, die we dagelijks aan onzen medemensch waarnemen. En deze zich naar buiten uitende ver houding van mensch tot maatschappij die reactie naar buiten door woord en door gedrag, dat is nu juist datgene, wat wij karakter noemen. Immers, die reactie, dit antwoord op van buiten 653

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 5