711
in het gebied van de voorposten troepen voor rechtstreeksche beveiliging
vergen (Vgl. A. T. V. 118(2)).
De bewaking van het tusschenterrein is noodig, wil men het vuur van
de automatische wapens op het goede oogenblik kunnen ontketenen. In ver
band hiermede zijn scheidingslijnen tusschen de te bewaken vakken aan
gegeven. A. T. V. schrijft het aangeven van scheidingslijnen bij uit
sluitend afsluiten van wegen niet noodzakelijk-niet voor, doch laat
dit, waar het noodig zou zijn, natuurlijk wel toe.
Indien de auto's van den A. A. dienst z.v.m. korps-(bataljons-, enz.)
gewijze zijn beladen, kan als tactische toestand en wegennet dit toe
latende tusschenschakel der hoofdverstrekkingsplaatsen worden overge
slagen door rechtstreeks naar de korpsen op te rijden de anders wel zeer
zware taak der B. Tn wordt hierdoor verlicht.
De regeling van de aanvulling der motorbedrijfsstoffen behoeft niet in
het voorpostenbevel overgenomen te worden, daar de tot de voorposten
zelve behoorende troepen geen motorvoertuigen bezitten.
Van het vroegtijdig oprijden van de auto met hooi wordt dankbaar ge
bruik gemaakt, om dit ook zoo vroeg mogelijk uit te geven, hetgeen in
verband met het t.a.v. fourage afwijkende verplegingsetmaal wel gewenscht
is uiteraard behoort dan de verstrekking gedekt tegen zicht uit de lucht
te geschieden.
Voor de taak van den Verplegingsofficier, zie A. T. V. 218 e.v., en
I. M. T. 1929 blz. 122 e.v. Het eerst vullen de voertuigen der verst verwij
derde B. Tn aan. Voor handhaving der verkeersregeling wordt een onder
officier „met haar op de tanden" aangewezen.
De auto's van den A. A. dienst kunnen reeds vertrokken zijn, wanneer
de levensmiddelenvoertuigen naar hun opstellingsplaats moeten rijden van
daar, dat voor deze enkele voertuigen niet is aangegeven hoe zij die be
reiken. De verplegingsofficier heeft het bovendien in de hand, om, indien
het overnemen van den A. A. dienst vertraging zou ondervinden, de voer
tuigen van 1-1 R. I. aan te houden O. van den driesprong van kunstwegen.
De interne regelingen voor de legering van de vp. res. (Bevel voor het
betrekken van de Voorposten, No. 3, punt 5) worden niet meer overge
nomen.
Het heeft geen nut het groot-pioniergereedschap uit te geven de troep
heeft een zeer vermoeienden dag achter den rug, zal morgen verder mar-
cheeren en waarschijnlijk moeten vechten het graafwerk overdag is reeds
daarom beperkt, 's nachts kan daarvan geen sprake zijn.
Het aanwijzen der vp. detn 1 ën 3 uit verschillende compagnieën maakt
zooals uit punt 10 blijkt de verpleging uit de keukenwagens gemak
kelijk deze zullen evenwel moeten oprijden aan de W. zijde van de rivier
ter hoogte van de voetbruggen van daar zal dan de opvoer van het eten
door corvee geschieden.
Dit geldt ook voor het opvoeren van de bagage dezer vp. detn de cie.
Cn zullen een uur moeten aangeven, waarop de bagage weder terug moet
zijn op de plaats tot waar de kar den volgenden morgen weder oprijdt.
De regeling van het burgerverkeer kan eenvoudig zijn en de handhaving
is niet bezwaarlijk, aangezien de meeste kampoengs blijkbaar uit vrees
voor de komende gebeurtenissen verlaten zijn.
Omtrent het ontvangen van parlementairs is niets geregeld wachten en
vp. detn weten hoe zij daarmee moeten handelen (A. T. V. 76, C. O.)
omtrent verdere ontvangst kan in voorkomend geval telefonisch overleg
met Voorposten- en Det. C. plaats hebben.
De Schets is door C. pel. M. vervolledigd, vnl. v.w.b. de vuren in het
tusschenterrein de opstellingen waren reeds grootendeels ingeteekend
waarvan hij door zijn laatste rit met den VoorpostenC. volkomen op de
hoogte is.