723
op een schootsafstand van 12000 m. 2 f2 m- 'n de breedte en 84 m. in de
lengte bedraagt. De vluchttijd van het projectiel tot een doel op 6000 m. is
15 21 seconden, naar gelang de elevatie.
Artilleristische Rundschau. No. 6. Februari 193T. „Ansichten über
Flakartillerie"luitenant Piekert. Vormt de bespreking van een studie van den
Franschen kapitein Vauthier: „Questions d'artiilerie antiaériennewaarin deze
propaganda maakt voor de moderniseering van de Fransche luchtafweerartil-
lerie, in het bijzonder voor algemeene invoering van het indirecte richten en
het vereischte „Zentralrichtgerat" (Kommaudogerat) en een poging doet om
de Flakartillerie uit haar sfeer van geheimzinnigheid te halen, zelfs zoo ver
gaat, deze eenvoudiger te noemen dan de grondartillerie.
Eveneens in No. 6 van de Artilleristische Rundschau „Flak-Geschosse
mit Lichtspur", dr. F. Mouths. „De Zweedsche fabriek Bofors stelde onlangs
voor alle projectielen, die voor luchtafweer moesten dienen, d. w. z. de scherf-
granaten, van een lichtspoorinrichting te voorzien, zóó dat men ze ook met
semi-automatische of gewone vuurmonden, dus bij een zeer veel geringere
vuursnelheid, kan gebruiken en ieder projectiel tot aan het doel zou kunnen
volgen". Bofors construeerde reeds dergelijke projectielen voor 37-47 mm.
geschut. „Daar bij iedere vliegerafweer kleine vluchttijden, dus groote snelheid
van het projectiel in zijn baan, noodig zijn, is het bv. voldoende bij 970 m.
aanvangssnelheid een lichttijd van 9 seconden te hebben, om reeds belangrijke
„Schuszzeiten mit Leuchtspur te verkrijgen". Het 7deelig projectiel en de
werking ervan worden beschreven.
Heerestechnik. No. 1 Januari 1931. Uber einen neuen Richtungshörer",
Dr. Chr. von Hofe. Bovenbedoeld instrument berust op een door den Oosten-
rijkschen artilleriekapitein Dr. M. Maurer geopperde idee, welke in samenwer
king met prof. E. Haschek werd uitgewerkt, om de nauwkeurigheid van in
stellen van het instrument belangrijk te verbeteren. Daarna werd de uitvinding
overgedragen aan de firma Qoerz. Dit verbeteren van de nauwkeurigheid
wordt bereikt doordat een van links komend geluid alleen door het linkeroor,
een van rechts komend alleen door het rechteroor wordt gehoord. Een direct
van voren komend geluid wordt door beide ooren gelijktijdig gehoord. De
hoek waarbinnen het geluid is, dat door beide ooren gelijktijdig wordt gehoord,
is zeer klein, waardoor een zeer nauwkeurige bepaling van de richting mogelijk
wordt. Talrijke teekeningen en berekeningen komen voor in het artikel.
Heerestechnik. No. 2. Februari 1931. „Über die Zusatzgerate beim
Goerz'schen Richtungshörer", Dr. Ft. Raabe. In deze studie worden achter
eenvolgens behandeld het uitschakelen van de fouten ten gevolge van de
temperatuursinvloeden, de fouten als gevolg van de beweging van het vlieg
tuig en ten slotte het electrische „Kommandoübertragungsgerat System
Goerz".
Heerestechnik. No. 3. Maart 1931. „Die Entwicklung der Bombenabwurf-
Visiergerdte", prof. dr. Chr. von Hofe. Geeft beschouwingen over de inrich
tingen, welke tijdens den wereldoorlog door de Franschen en Engelschen
werden gebruikt en daarna over twee moderne „Bombenabwurfzielfernrohre"
van de firma Goerz. Het eene is eenvoudig van constructie, alleen bruikbaar
tegen landdoelen, het andere in de bediening nog eenvoudiger, ook bruikbaar
tegen doelen op zee, in de constructie echter meer ingewikkeld.
Nog dient vermeld dat het Boykow-instrument onafhankelijk van de bewe
ging van het doel de juiste gegevens levert, omdat het steeds de betrekkelijke
snelheid van het vliegtuig ten opzichte van het doel meet. Slechts moet het
doel een gelijkmatige en rechtlijnige beweging uitvoeren en het vliegtuig het
doel overvliegen.
Wehr und Waffen. No. 4. April 1931. (vereeniging van „Heerestechnick"
en „Artillerische Rundschau"). Na de opstellen betreffende Fragen des
passiven Luftschutzes" in Heerestechnik no's 1, 2 en 3, geeft prof. dr. Chr.
von Hofe thans een studie: „Über Fernrohre mit schwacher Vergröszerung".