728 Mil. Wochenblatt. No. 37. April 1931. Zerstören von Eisenbahnen auf freier Strecken". Wijst op het groote belang van het vernielen van de rails, op meerdere plaatsen, opdat dit den vijand, zoo niet weken lang, dan toch dagen lang kan ophouden, wanneer men rekent dat voor de herstelling 1 dag per km. moet worden uitgetrokken bij vlotten aanvoer van materialen. Railsvernielingen eischen niet zooveel deskundig geoefend personeel, als de organisatie maar doelmatig is. Schr. geeft een voorbeeld met een 3 ploegen indeeling. Uitrusting en bepakking. Mil. Wochenblatt. No. 38. April 1931. „Qepackerleichterung, Stah.th.elm and. Schanzzeug"Schr. maakt melding van het gewicht der bepakking dat door gewichtsbesparing van verschillenden aard is teruggebracht van 58 op 51 3/4 pond". „Waar kan nu nog bespaard worden Aan het gasmasker en de tasch daarvan niet! Moet men den stalen helm afschaffen?" Schr. noemt de nadeelen op van den helm (groote hitte vormt zich er onder, drukt op het hoofd, zichtbaarheid enz.) en dringt aan op proeven waaruit moet blijken of de nadeelen niet grooter zijn dan de voordeelen. „Voor den bewegings oorlog wordt de helm niet noodig geoordeeld. Als pioniergereedschap wordt de korte schop teruggevraagd 1 Groot pioniergereedschap moet zoo noodig op een „gelandegangiger" l'/2 tonner per bataljon worden aangevoerd. Verkennings- en inlichtingendienst. Mil. Wochenblatt. No. 37 April 1931. Die Aufklarungsabteilung einer Infanterie division''In de laatste maanden werd veel over dit onderwerp ge schreven, waarbij naar schr. 's oordeel te veel over de gevechtsopdrachten der verkenningsafdeelingen werd gesproken. Het verkennen, dus het zien en melden wordt uitgevoerd door de patrouilles Deze moeten niet gaan vechten, aangezien zij door hun schieten ook nog de aandacht van andere onderdeelen van den vijtnd tot zich trekken, waardoor deze tegenmaatregelen kan nemen en zij slechts onbelangrijke meldingen kunnen doen. „Is de vijandelijke be veiligende linie, hetzij te voet, hetzij te paard zoo dicht, dat er geen opening is om door te komen, dan begint de werkzaamheid der „afdeeling". Zii zal probeeren door een gevecht te voet op een gunstige plaats een gat te maken, om daardoor een, meestal nieuwe, patrouille door te laten „Tijdens het gevecht der divisie moet de afdeeling 1 of 2 patrouilles bestemmen om de divisie steeds op de hoogte te houden van alles wat vóórttij de eigen infanterie gebeurt en bij den vijand, en wel op directe wijze". „Overigens staat de ver- kenningsafdeeling der divisie ter beschikking voor het geval van noodweer, maar alleen ook voor dit geval, en wel om ruiters en paarden deze tijdelijke rust ten goede te doen komen" La Revue d'infanterie. No. 463. April 1931 Renseignement, observation transmissions dans an corps de trouoekolonel Paquet. „Het instellen, in vredestijd, van de functie van „officier de renseignements" in de troepenkorpsen, heeft aan de bevelvoering twee verplichtingen opgelegd: ten eerste, die officieren voor hun taak op te leiden; ten tweede, hen te benutten (les utiliser). De functies van dien officier worden omschreven als vóór alles te bestaan uit: a rechercher, a rassembler, a transmettre et a exploiter des renseignements". Na eenige beschouwingen leidt de schr. af: „de eerste zorg voor den officierinlichter is „de connaltre ce qu'il faut chercher", d.w.z. wat zijn chef wil weten". Als „moyens de recherche" worden genoemd„l'observation" en „les prisonniers". Verbindingsdienst. Bulletin beige des sciences militaires. No. 4. April 1931. Ecoate et camouflage des communications", kapitein Thahaut. Behandelt het meeluisteren,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 80