vooreerst om aan die verkenningsafdeelingen te geven cavalerie en wiel rijders vervolgens om daarbij organiek in te deelen „des engins blindés" met groote marschsnelheid, niet alleen bewapend met mitrailleurs, doch ook met kanon ten slotte om daaraan toe te bedeelen materieel om het wegennet te kun nen beheerschen (anti-tankgeschut auto's met sapeurs enz.). „Dus kunnen we zeggen dat de essentieele rol van de „groupes de reconnais sance" niet is „de servir d'escorte a leur infanterie" door die op korten af stand te begeleiden tijdens den opmarsch". „Hun hoofdtaak is: vóór den slag, door vroegtijdig en op voldoenden afstand (minstens op een dagmarsch) het voorloopig contact op te nemen, dat noodzakelijk is voor den commandant om te ontkomen aan de slechte kansen van het ontmoetings gevecht om tegenover den tegenstander het initiatief te verkrijgen, om zijn troepen voor te bereiden op den slag in den naderingsmarsch; en indien mogelijk om een flankbeweging te bewerkstelligen; gedurende en na het gevecht, door de infanterie en de artillerie ver en zoo snel mogelijk vooruit te komen op de flanken en in den rug van den vijand om de uitvoering van overvleugelingen en omvattingen te vergemakkelijken, welke in het gevecht zonder ophouden het doel zijn van de bevelhebbers van groote eenheden". Revue de cavalerie. Maart-April-nummer 1931. „Lts performances de nos chevaux de cavalerie aux manoeuvres de 1930" per le general von Poseck vertaald door ritmeester Gazin. „Nogmaals, de cavalerie heeft in den loop van deze manoeuvres bewezen dat cavalerie-divisies, welke oordeelkundig worden gebruikt, met hun tegen woordige versterkte gevechtskracht in den oorlog een belangrijke en beslis sende „facteur de puissance" zijn en dat de hoop, uitgesproken door den generaal von Schmidt: „lk hoop dat men in de toekomst in het gevecht niet alleen zal kunnen rekenen op infanterie-divisies, maar ook met cavalerie divisies" in vervulling gaat". „Het militaire paard moet zijn een „porteur sous le poids, équilibré et qu'un cavalier inférieur puisse aussi conduire". Het moet eveneens met weinig voer, in alle weersomstandigheden en bij gebrekkige beschutting, langdurige krachts prestaties leveren, wat alleen door een „corps systématiquement gymnatiqué" kan geschieden". Mil. Wochenblatt. No. 42. Mei 1931. Gilt es noch eiti Begegnungs- gefecht?". fn tegenstelling met reeds op deze vraag gegeven antwoorden in hetzelfde tijdschrift is de sclir. van meening: „Het oude, „kunstvolle" ont moetingsgevecht leeft dus ook heden neg. Zijne grondbeginselen gelden voor iedere nadering van twee naar elkander toe marcheerende legerafdeelingen, in het bijzonder echter voor den modernen naderingsmarsch". „Meer dan tot dusver moeten aanvoerders en troepen daartoe worden op geleid, bij de inleiding van het gevecht een plotseling ontstane toestand door een bliksemsnel besluit te beheerschen". Tactisch gebruik van zware mitrailleurs. The journal of the united service institution of India. No. 263. April 1931The development of machine-guns in the British army duringthe great war"kapitein D. N. Wimberley. „Het begin van den grooten oorlog vond de infanterie-organisatie van het Britsche expeditionaire leger met twee mi trailleurs per bataljon. Het wapen werd gebruikt als een zuiver infanterie- wapen en het tactisch onderricht had gedurende eenigen tijd in sommige opzichten overeenkomst met dat van tegenwoordig, zooals moge blijken uit de (volgendej uittreksels van voor-oorh gsche opleidingsvoorschriften". „Gedurende 1915 werden de mitrailleurs, nu uitgebreid tot 4 stukken, ge woonlijk gebruikt in de verdediging stuksgewijze in de front- of ondersteu ningslinies in enfileerende opstellingen. In den aanval trachtten ze het vijan- 832

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 102