834 infanterie bepalen. Hij onthoudt zich als regel van bemoeienis met de ver deeling over de bataljons, hetgeen de bevoegdheid is van den regimentscom mandant". Infanteriebewapening. Mil. Wochenblatt. No. 39. April 1931. Waffenwirkung und Waffenzu- teilung", Daniker. „De in de infanterie-compagnie noodzakelijke vuurkracht behoeft niet meer in de toebedeeling van zware mitrailleurs te worden ge- zocht, doch kan veel beter door lichte mitrailleurs, die op lichte affuifen stabieler gemaakt zijn, worden bereikt, door wapenen die beter in dit raam passen dan de zware mitrailleurs". „De lichte mitrailleur, die in de hand van den schutter in groeps-en sectie- verband den ter bestrijding van de overeenkomst ge doelen noodzakelijken niet al te dichten bundel levert, zou in de infanterie-compagnie op lichte affuiten stabieler gemaakt, uitwerking tegen doelen mogelijk maken die een zeer dichten bundel vereischen en tot dusver de toebedeeling van zware mitrailleurs noodig maakten". De militaire spectator. No. 5 Mei !931. Voldoende munitie voor den mortier van 8 majoor O. R. Plet. Na de invoering van den mortier van 8 bij het Nederlandsche leger werd het, volgens schr., ook voor hen die vooidien afkeerig waren van een snel(ler) optreden van „naderingsmarsch- voorhoeden" waarschijnlijk gemakkelijker zich te verzoenen met een snellere wijze van handelen. „Geheel in overeenstemming met dit meer doortastend optreden is ook de redactie van het punt „opdracht der voorhoede" bij oefeningen langzamerhand geworden„vijandelijke weerstanden energiek aangrijpen een blijkbaar als noodzakelijk aangevoelde aanvulling van het „de gevechts aanraking tot stand brengen" zonder meer". Dit vlotte optreden nu wordt in tegenspraak geacht met de beschikbare hoeveelheid munitie van den mortier van 8 in vei band met punt 6 Gev. Handl. deel I.: Een terrein dat bestreken wordt door het vuur van mitrailleurs die nog over hunne volle vuurkracht beschikken, kan niet door de infanterie worden overschreden. Mechaniseering. Mil. Wochenblatt. No. 40. April 1931. „Kampfwagenverwendung auf Gr und der englischen und französischen Kampfwagenvorschrift", ritmeester Crisolli. Engelsche voorschrift: „Leidende tactische gezichtspunten voor den inzet moeten die zijn, dat de vechtwagens andere wapens moeten helpen en soms onafhankelijk van hen moeten handelen. Zij moeten voor hun eigenlijke taak, den aanval, worden achtergehouden en eerst ingezet ten einde met andere wapens, op de juiste plaats ingrijpende, op de beslissende plaats te kunnen samenwerken en zelfs dikwijls door aanvallen in flanken en rug en in verbinding met andere beweeglijke troepen of ook wel zelfstandig, een zich ontwikkelend succes uit te buiten. Fransche voorschrift: „De vechtwagens zijn zware begeleidende wapens der infanterie"„zij moeten in nauwste samenwerking met de infanterie werken": „de vechtwagens zijn slechts aanvullende strijdmiddelen, die tijdelijk ter beschikking van de infanterie worden gesteld". (Engelsche moderne wagens, snelheid 45 km. op den weg, 30 km. in het terrein; Fransche oude wagens, snelheid 7 9 km. op den weg. 3 4 km. in het terrein). The journal of United service institution of India. No, 262. Januari 1931. Problems of mechanization which may confront infantry-officers in the near futuremajoor H. H. Rich. Bij de behandeling van „het gedeeltelijk gemechaniseerde infanterie-bataljon" neemt schr. de organisatie van het ba taljon als: staf, 3 compagnieën en 1 mitrailleurcompagnie. De compagnie: 4 platoons elk van 2 geweer- en 2 geweermitrai leur" sections". De mitrail leurcompagnie2 met Carden Loyds gemechaniseerde platoons; 1 platoon getrokken vervoer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 104