836
zien tegenover zich, door de constructies van 1930, acht en vijftijg typen mili
taire, voor transport, toerisme en lestoestellen, waarvan de bijzonderheden in
het kort in beschouwing worden genomen".
Luchtstrijdkrachten.
Mil. Wochenblatt. No. 40. April 1931. „FlugzeugundKriegsschifft"kant.
ter zee H. v. Wcildeyer-Hartz. In het buitenland (Amerika) werden proeven
genomen met het bombardeeren van schepen, die tot zinken werken gebracht.
De vliegtuigen wierpen bommen uit hoogten van 400, 900 en 1200 m.
„Daarbij zal de normale,, Aufflughöhe" in oorlogstijd minstens 4000
tot 5000 m. moeten bedragen, willen de bombardeervliegtuigen bij den te
verwachten afweer überhaupt boven het doel komen". Uit alles blijkt klaar
en duidelijk dat het fantasie is, wanneer wordt beweerd dat het watervliegtuig
het einde van het oorlogsschip zou beteekenen, ontelbare millioenen bespaard
kunnen worden, wanneer men zich niet aan het doen van deze erkenning
onttrekt".
Mil. Wochenblatt. No. 41. Mei 1931. „Das militarische Verkehrswesen
una die Li'ftgejahr", kapitein b d. H. Rifter, De gedachte vernielingsploegen
op den luchtweg in het vijandelijke gebied af te zetten is niet nieuw, doch
reeds in den wereldoorlog vaak verwezenlijkt. De mogelijkheid eener landing
is meestal in de naaste omgeving van een object voorhanden, ook kan de
ploeg, zooals in Italië geregeld is en beoefend wordt, met parachutes afspringen.
Tengevolge van de bedreiging uit de lucht tegen de spoorwegen komt schr. tot
het voorstel: benzine en olie te reserveeren voor lucht- en zeemacht: het
verkeer op den grond in de eerste plaats te baseeren op verkeer met auto's
die electrisch met accumulatoren worden gedreven.
Journal of the united service institution of India. No. 263. April 1931.
„Aircraft and. internal security in India", Constabiel. Onder „Possible uses
of aircraft for internal security" lezen we „Het gebruik van luchtstrijdkrachten
in den oorlog, waarbij zij een volstrekt noodzakelijk bestanddeel vormen van
elke strijdmacht, kunnen worden gegroepeerd onder de hoofden: 1. verken-
ning; 2. verbindingen; 3. moreele uitwerking; 4. offensieve actie; 5. transport.
AI deze werkzaamheden zijn mogelijk voor luchtstrijdkrachten welke wor
den aangewend voor inwendige veiligheidsdienstende eenige vraag is of
het, in verband met de reeds opgesomde beginselen wel raadzaam is ze aldus
te gebruiken."
„De conclusies waartoe een beschouwing van dit orderwerp leidt, zijn dat
„aircraft" niet als een „fighting service", maar hoofdzakelijk als een transport
middel der politie, het leger kan bijstaan of wel vervangen bij inwendige
veiligheidsdiensten".
„Een onderzoek zal aantoonen dat luchttransport bezuiniging zal geven op
de inwendige veiligheidsbezetting, maar de inwendige veiligheid is geen zaak
waarbij men eenig risico mag nemen, noch nu, noch in de naaste toekomst".
Afweer van luchtstrijdkrachten.
Mil. Wochenblatt. No. 39. April 1931. Luftschutz gröszerer Marsch-
verbande'. „Samenvattend kan worden gezegd dat de algemeen gebruikelijke
organisatie van den marsch van grootere eenheden (breede formatie, indeeling
in de diepte, met groote afstanden in de marschcolonne, vorming van marsch-
groepen en goed doordachte luchtbescherming met vorming van zwaartepunten
op belangrijke plaatsen) in het alge meen aan de eischen voldoet en met de vijande
lijke luchtverkenning en met aanvallen uit de lucht van den tegenstander
voldoende rekening houdt. In den koop moet worden genomen dat grootere
eenheden zich aan de vijandelijke waarneming niet geheel zullen kunnen onttrek
ken. Slechts nachtmarschen bieden eenige zekerheid voor geheimhouding tegen
ijandelijke luchtverkenning. Verliezen door luchtaanvallen zullen nimmer
kunnen worden vermeden'