In de eerste plaats is het dus bij ons oefenstelsel eisch dat
er nauw verband bestaat tusschen onderwijs- en 1.1 oefeningen.
Voorts moet er bij alle oefeningen eenheid van opvatting zijn
minstens bij elk regiment over de voorschriftmatige uitvoering
van elke gevechtshandeling.
Het mag b. v. niet voorkomen dat bij eene bespreking na een
gehouden oefening een hoogere chef, nadat onderwijzer of leider
zijn opvatting over een gedeelte der technische uitvoering heeft
kenbaar gemaakt, een andere meening daarover zou kunnen ver
kondigen.
Wij zouden daarom ook willen aanbevelen bij het regiment in
de maanden November, December en januari tactische-voor-
schriften-besprekingen te houden, waarbij een ieder gelegenheid
zou hebben, opmerkingen te maken of vragen te stellen, en
waarbij ten slotte de regimentscommandant beslissingen zou
behooren te nemen.
In volgorde als hieronder aangegeven kunnen dan gedurende
het oefenjaar worden gehouden
a. Onderwijsoefeningen voor de sectie.
Onderwijsoefeningen voor de compagnie.
1.1. oefeningen waarbij de sectie wordt geoefend.
b. Onderwijsoefeningen voor de compagnie.
Onderwijsoefeningen voor het bataljon.
1.1. oefeningen waarbij eene compagnie wordt geoefend.
c Onderwijsoefeningen voor het bataljon.
Onderwijsoefeningen voor het regiment.
1.1. oefeningen waarbij het bataljon wordt geoefend.
Deze volgorde geldt voor elke afgeronde tactische handeling.
Nadat b. v, de sectiecommandant als onderwijzer heeft beoefend
het optreden van de sectie in de verdediging als voorste sectie
rechts en links aangeleund, moet de sectie met haar commandant
bij een onderwijsoefening van de compagnie leeren hoe de sectie
als voorste sectie alle noodige functie's verricht in compagnies-
verband. Eerst dan is de sectie met haar commandant geschikt
om, met den C. C. als leider, geoefend te worden als voorste
sectie in de verdediging rechts en links aangeleund zijnde.
En zoo mag de compagnie, met den b. c. als leider, eerst ge
oefend worden b. v. als voorste compagnie in de verdediging rechts
en links aangeleund, wanneer respectievelijk de compagnies
commandant met zijne compagnie en de bataljonscommandant
met zijn bataljon ieder minstens één onderwijsoefening hebben
gehouden waarbij die compagnie voorste compagnie was en rechts
en links aangeleund.
De hierboven bepleite volgorde van werken behoeft natuurlijk
niet geregeld te worden betracht. De compagnie b.v. kan rustig
doorgaan met als onderwijsoefening verschillende gevechtsom-
749