1. EENE VOORSCHRIFTENSTUDIE BETREFFENDE DE „VERDEDIGING", door I N F. Bij de behandeling van dit onderwerp heeft de bedoeling voor gezeten om zooveel mogelijk alle hoofdzaken en ook details de verdediging betreffende, noodig voor het opzetten en volgen van oefeningen daarin, weer te geven. Vooral daarom is de verdediging genomen, omdat wij, om den aanval goed te kunnen beoefenen, in de eerste plaats de verde diging moeten kennen èn omdat de oefeningen in de verdediging niet eenvoudig zijn. Besproken zal worden A. Het standpunt van onze voorschriften inzake de verdediging. B. Het optreden van de verschillende wapens en diensten bij de verdediging. C. Eenige bijzondere punten de verdediging betreffende. D. Het binnendringen en doordringen door den aanvaller in de stelling. E De oefeningen in de verdediging. A. Het standpunt, hetwelk onze voorschriften innemen omtrent de vraag wanneer en hoe wij ons verdedigen, is neergelegd in eenige artikelen van het A. T. V. welke ongeveer als volgt luiden: „Het gevecht beoogt den eigen wil te doen zegevieren over „dien van den tegenstander. Aan de gevechtsvoering, welke zich „bepaalt tot afweer van 's vijands handelingen, gaat altijd „het nadeel gepaard, dat aan het initiatief van den vijand „grooter vrijheid wordt gelaten dan aan de eigen wilsuiting. „Gaat het er dus om den eigen wil beslissend aan den vijand „op te leggen, dan moet men tot den aanval besluiten. „Om dien aanval te verzekeren of te beveiligen, dan wel om „den aanvallenden troepen tijd en ruimte te geven zich voorden „aanval te groepeeren, kan een troep verdedigend optreden. „Aangezien het offensief de beste voorwaarden biedt voor het „behoud van een hoog moreel zal, waar mogelijk, de kracht „van de verdediging goeddeels moeten worden gezocht in den „aanval. 731

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 1