ad d. Dit geval behoort eerst als kaderoefening door den
bataljonscommandant te worden behandeld, daarna als onder-
wijsoefening door den compagniescommandant en vervolgens als
1.1. oefening met den bataljonscommandant als leider.
4. Oefeningen waarbij het bataljon optreedt:
a. als voorste bataljon rechts en links aangeleund,
b. als voorste bataljon slechts aan één zijde aangeleund,
c. als bataljon der regimentsreserve.
ad a. en b. Deze oefeningen te houden volgens de aangegeven
volgorde.
ad c. Deze oefening eerst te houden, wanneer de aanval van
het bataljon is behandeld.
Opgave van bronnen.
Behalve de desbetreffende voorschriften
De bekende voorschriftenstudiën van A. van de Water.
I M. T. 1926 en 1928.
Enkele aanteekeningen omtrent het tactisch gebruik der artillerie.
I.M.T. 1931 No. 3.
AANKOMST IN NEDERLAND.
Dringend verzoek aan de in Europa vertoevende
Officieren, steeds hun adres op te geven aan den
correspondent Kapitein-Intendant
J. Kooij, Antonie Heinsiusstraat 17, 's-Gravenhage.
752